• Renga

    Voorjaarszon

    kaarsrecht ligt hij daar
    iemand vouwde zijn handen
    toen hij al weg was

    een kringeltje rook stijgt op
    van een gedoofde miskaars

    kaarsen walmen na
    op weg naar de uitgang
    nog even omkijken

    hoog, het kruisbeeld
    voor de glas-in-loodramen
    in de voorjaarszon

    met diepe teugen zuigt hij
    zijn longen vol buitenlucht

    aan de overkant
    een ooievaar van karton
    in de voortuin

    Nico van Dam (1,3,5)
    Henk van der Werff (2,4,6)

  • Renga

    De lege plek

    het nadruppelen
    van gindse regenwolken
    de geur van nat bos

    aan alle kale twijgen
    hangen nu parels van licht

    de beukenstammen,
    nat glimmen ze in zonlicht
    dat naar voorjaar neigt

    daar liggen ze dan:
    in moten op een stapel
    met daarop een naam

    even aarzelt de vogel
    bij de lege plek, vliegt dan door

    de regen is weg
    vogels zijn gevlogen
    alleen stilte bleef

    Henk van der Werff (1,3,5)
    Nico van Dam (2,4,6)

  • Renga

    Heiligen verschijnen

    verlaten kapel
    van voorbije vieringen
    een vleugje wierook

    welgevallig reukoffer
    van de lindes in mijn tuin

    takken vol lichtjes
    de geur van oliebollen
    op het kerkplein

    kaarsen walmen na
    de wierooklucht blijft hangen
    het is voorbij nu

    bij het uitgaan van de kerk
    een heldere winternacht

    aan wie omkijkt
    verschijnen de heiligen
    nog in een kerkraam

    Henk van der Werff (1,3,5)
    Nico van Dam (2,4,6)

  • Renga

    Selfies op het strand

    op het bankje
    in de rozentuin,
    twee punkers

    in talliet op het klimrek
    op de dag na de sabbath

    ondersteboven
    hangt ze, haar lange haren
    vegen de grond

    hij juicht van plezier
    wil botsen met vliegtuigen
    vanaf de schommel

    in een gewone zandbak
    speelt een prinsessenjurk

    twee vriendinnetjes
    in precies dezelfde blouse
    selfies op het strand

    Henk van der Werff (1,3,5)
    Nico van Dam (2,4,6)

  • Renga

    Haastige voorbijgangers

    het asfalt twinkelt
    motregens trekken een waas
    voor het lamplicht

    af en toe, in lantaarnlicht
    haastige voorbijgangers

    in de avondlucht
    dartelen de vleermuizen
    zij gaan vrijuit

    windstilte –
    zaadpluizen, besluiteloos
    zweven ze verder

    het zoemen in de avond
    van bijen in de lindes

    deze stilte,
    schuilend onder een boom
    hoor ik hem pas

    Nico van Dam (1,3,5)
    Henk van der Werff (2,4,6)

  • Renga

    De zachte geuren

    met haar groene neus
    speurt ze al in de bloesems
    naar vruchtbeginsel

    bedolven onder roze,
    uitgebloeide sneeuwklokjes

    tulpenvelden
    in haar rode jasje
    op de foto

    bloemencorso,
    achter de stoet, steeds ijler
    de zachte geuren

    en weer botsen hommels
    plok plok tegen de ruiten

    aardbeiplantjes
    met de broeikas wijd open
    de eerste uitlopers

    Nico van Dam (1,3,5)
    Henk van der Werff (2,4,6)

  • Renga

    Kinderstemmen

    het regent zacht,
    op de ramen van een school
    krokussen

    behoedzaam het grindpad op
    om geen krokus te pletten

    kindergejoel;
    ineens, tussen de bloemen
    stuitert een voetbal

    nu huppelen ze
    maar ze zullen bedaren
    lammetjes in maart

    verstopt achter een graspol
    het kuifje van een kievit

    de bui is voorbij-
    van het schoolplein klateren
    kinderstemmen

    Henk van der Werff (1,3,5)
    Nico van Dam (2,4,6)

  • Renga

    Miezerregens

    miezerregens
    over het weiland gejaagd
    in grijze flarden

    in de luwte van de dijk
    liggen koeien, herkauwend

    in het naakte land
    levensgroot op een stal
    lingeriereclame

    zonsondergang,
    koeien met volle uiers
    op weg naar de stal

    varkens wroeten nog wat rond
    diep weg in hun zompig kot

    de zon breekt door –
    piepend onder de dakrand
    boerenzwaluwen

    Nico van Dam (1,3,5)
    Henk van der Werff (2,4,6)

  • Renga

    Voltooid verleden tijd

    het vroege zonlicht –
    vogels nodigen het uit
    verder te komen

    de lamellen optrekken
    een nieuwe dag begroeten

    op de kerkklok
    het bewegen van de tijd
    nauwelijks zichtbaar

    voortschrijdend inzicht
    in de spiegel kijken
    naar grijze haren

    een geruisloos passeren
    van wat ooit eindeloos leek

    hoor, tortelduiven!
    toen ik nog maar een kind was
    koerden ze al zo

    Henk van der Werff (1,3,5)
    Nico van Dam (2,4,6)

     
     

  • Renga

    Een zachte herfstdag

    Een zachte herfstdag –
    de weckpotten van oma
    helemaal gevuld

    lichtjes flakkert de vlam
    rondom een roerloze pit

    achter de ramen
    is alleen de nacht zichtbaar;
    weten van nachtvlinders

    de ochtend vol dauw
    luchten die maar niet klaren
    de verte nabij

    het rusteloze wachten
    dan, de eerste gans stijgt op

    een lege leipeer
    waterdruppels parelen
    op het natte blad

    Henk van der Werff (1,3,5)
    Nico van Dam (2,4,6)