De maan tijdens hoogtij
Deze afbeelding is geïnspireerd door een Nog-spel getiteld Takasago die is geschreven aan het begin van de vijftiende eeuw. Het spel gaat over het gelukkige huwelijk van een oud echtpaar en wordt vaak gespeeld tijdens trouwerijen.
HET VERHAAL
Een monnik uit Kyushu is op reis naar Kyoto, waarbij hij Takasago passert, waar hij pauzeeert bij de voet van een pijnboom. Een oude man en een oude vrouw komen en beginnen de grond rondom de boom te vegen en aan te harken. De naam van de man is Jô, de naam van de vrouw Uba. Volgens het spel zijn zij de geesten van twee oude pijnbomen, één in Takasago en één in Sumiyoshi.
Bij de monnik prijzen ze de kracht en het lange leven van pijnbomen aan, kwaliteiten die ook hun liefde voor elkaar heeft, ook als ze ver van elkaar verwijderd zijn.
Uiteindelijk stappen ze in een vissersboot en vertrekken, een lied zingend over de maan en de golven tijdens het hoge getij.