Hokusai – Kakinomoto no Hitomaro
Ashibiki no
Yamadori no o no
Shidario no
Naga nagashi yo wo
Hitori ka mo nen
Het steile bergpad.
Mijn vermoeide voeten, slepend
als een fazantenstaart.
Moet ik deze lange nacht
in eenzaamheid doorbrengen?
Dichter
Kakinomoto no Hitomaro leefde van 660 tot 739. Er is weinig over hem bekend, behalve dat hij als een van de grootste Japanse dichters wordt beschouwd en behoort bij het selecte gezelschap der goddelijke dichters.
Een legende beweert dat hij als baby onder een dadelpruimboom is gevonden, waardoor hij aan zijn naam is gekomen: kaki-no-moto betekent ‘onder de dadelpruimboom’, maar deze familienaam heeft een langere traditie.
Het gedicht
Dit gedicht wordt als complex beschouwd. Ashibiki heeft meerdere betekenissen, waaronder ‘waar mijn vermoeide voeten me heenslepen’ of, zoals in dit gedicht is bedoeld, voor ‘berg’, waarbij ook ‘dicht bebost’ hoort.
Nagashi kan ‘zeer lang’ betekenen, of ‘voortdrijven zonder houvast’. Ya kan zowel ‘nacht’ als ‘deze wereld’ betekenen.
De genoemde fazant in het gedicht staat er om bekend dat hij de nacht alleen doorbrengt.
De afbeelding
Hokusai heeft in zijn afbeelding gespeeld met de betekenis van woorden. In eerste instantie is er weinig te herkennen uit het gedicht, maar ‘biki’ in Ashibiki kan ook sleepnet betekenen. De berg en het bos zijn herkenbaar. De lange rookwolk kan vergeleken worden met een fazantenstaart.
In het venster van het huis is een persoon zichtbaar die naar de vissers kijkt – wellicht de dichter…