Hokusai – Kisen Hôshi
waga io wa
miyako no tatsumi
shika zo sumu
yo wo uji yama to
hito wa iu nari
in mijn kluis
ten zuidoosten van de hoofdstad
leef ik gelukkig; –
toch noemen de mensen dit
‘De berg van verdriet’
Dichter
De priester Hôshi Kisen leefde in de eerste helft van de negende eeuw in de bergen rond Uji. Tegenwoordig staat hier de tempel Byodo-in, met de beroemde fenikshal uit de tiende eeuw.
Gedicht
Het gedicht draait om het woord ‘uji‘ (ook wel ushi of uki), wat ‘duister‘, ‘treurig‘ of ‘melancholiek‘ betekent.
Het woord ‘yo‘ uit de vierde regel kan zowel ‘wereld‘ als ‘nacht‘ betekenen en ‘shika zo sumu‘ betekent ‘leef ik‘, maar ook ‘ herten leven daar‘
Afbeelding
In de draagstoel wordt een belangrijk persoon vervoert, wat ongewoon is voor iemand die in een kluis woont. De stokken die de dragers bij zich dragen waren in die tijd nodig ter zelfverdediging.
Daarvoor lopen twee boeren, een met een bijl, de ander draagt twee korenschoven.
De jager in het midden van de afbeelding lijkt een geweer ergens op te richten. In de negende eeuw op het moment dat dit gedicht is geschreven bestonden nog geen geweren, maar in de tijd van Hokusai al wel. Waarschijnlijk heeft hij de betekenis van de woorden shika zo sumu in de richting van de herten willen benadrukken.