Hokusai – Semimaru
kore ya kono
yuku mo kaeru mo
wakarete wa
shiru mo shiranu mo
Ausaka no seki
Bij deze grenspost
waar reizigers gaan en komen,
of afscheid nemen.
Vriend of vreemde, allen treffen elkaar
bij de ‘Poort der Ontmoetingen’.
Dichter
Semimaru leefde aan het begin van de 10e eeuw. Volgens de overlevering zou hij de zoon zijn van Uda TennĂ´. Nadat Semimaru blind was geworden trekt hij zich terug als kluizenaar in de buurt van het grensstation Ausaka, waar hij zich toelegt op de muziek.
Gedicht
Op de bergpas tussen Otsu en Kyoto ligt een keizerlijke grenspost, waar elke passant moet stoppen. Deze grenspost wordt ‘post op de berg der ontmoetingen’ genoemd, omdat de inwoners van Kyoto en van Otsu naar deze grenspost komen om reizigers af te halen of om afscheid van ze te nemen.
Dit gedicht wordt ook wel gezien als een allegorie op de vergankelijkheid en op de vluchtigheid van menselijke ontmoetingen. Ook de dichter heeft door zijn blindheid en zijn leven in afzondering afscheid moeten nemen van vrienden en familie.
Afbeelding
Het enige dat bekend is, is deze tekening. De afbeelding is nooit afgedrukt in kleur.
Semimaru staat voor zijn bescheiden huis. Op de wegen langs zijn huis zijn reizigers te zien – vrienden en vreemden – die ook zijn huis zullen passeren.