Gele Knolamaniet – Amanita citrina

Gele knolamaniet - Amanita citrina

 

 

Gele knolamaniet - Amanita citrina

 

 

In het boekje Eetbare en Vergiftige paddestoelen van Dr. Vitus Bruinsma vinden we de volgende tekst:

Gele knolamaniet - Amanita citrina

Amanita bulbosa of Amanita phalloides, Knolgifzwam of Knoldragende Amanita. Dit is zeker de gevaarlijkste van al onze paddenstoelen; na het eten ervan treden 10 of 12 uur erna, soms nog later, verschijnselen op, op die van cholera gelijkende en dikwijls met den dood eindigend. Er is gevaar voor zulk een vergiftiging doordat de Knolgiftzwammen vooral in jeugdigen toestand, veel op Champgninon’s (Psalliota) gelijken, die men juist jong moet eten. Het zekerste punt van verschil is, dat de plaatjes onder den hoed van deze vergiftige Amanita altijd, ook bij volwassen zwammen, wit zijn, terwijl ze bij de champignon’s, naar we weten, zooal bij de allerjongste kogelvormige wit, toch nog voor het uitspreiden van den hoed eerst rose en later donkerbruin zijn.
Verder bezit deze zwam de meer genoemde eigenschappen van de Amanita’s en is zij te herkennen aan haar kleur, die achtereenvolgens licht geelgroen, geelachtig en wit is, vaak met witte schubben erop, die echter zeer dikwijls afgespoeld zijn. Een verwante soort, mede zeer vergiftig en ten onzent algemeen, Amanita mappa, de Servet Amanita, is in den regel steeds wit. Beide zijn mooie lichtende verschijningen op den donkeren boschgrond.

 

 

In het Verkade plaatjesalbum Paddenstoelen ontbreekt de Gele Knolamaniet niet:

Gele Knolamaniet - Amanita citrina

Met de Groene Knol-Amaniet verwant zijn de Gele Knol-Amaniet en de Gele Amaniet. Beginners kunnen ze niet gemakkelijk van elkander onderscheiden, maar dit hindert niet, men moet ze toch alle mijden.

Het zijn deze drie, die onbegrijpelijkerwijze nog dikwijls verward worden met de Champignons. Nog eens: de witte platen en de beurs aan den voet zijn de kenmerken van de doodelijke Amanita’s, de manchet komt zoowel bij de Amanita’s als bij de goede eetbare Champignons voor.

Het ergste si wel, dat de Amanita’s er altijd bekoorlijk uitzien en noch door geur noch door smaak hun giftigheid verraden. Wanneer ze toebereid worden als de gewone Champignons, dan leveren ze een smakelijk gerecht. Het is voorgekomen dat een gezin van vijf personen een stevigen maaltijd gebruikte van Amanita’s en zonder erg zich te rusten begaf. Het gif van de Amanita’s begint zich pas na 8-20 uren. Den volgenden dag kregen die vijf menschen dan ook afschuwelijke buikpijnen, vergezeld van buikloop en braking. De dokter constateerde dadelijk paddenstoelenvergiftiging en deed al wat hij kon om de menschen te redden, maar het tweetal, die het meest gegeten hadden, bezweek den tweeden dag, de anderen haalden het met moeite op. Het vergif dat in Amanita’s schuilt heet Muscarine of Amatina en werd in dat Amerikaansch geval bestreden door een tegengif, atropine, het gif van de doodelijke Wolfskers of Belladonna.

Ook in ons land zijn nog al dikwijls Amanita-vergiftigingen voorgekomen en dat legt aan ieder, die zijn naaste wil aansporen, om paddenstoelen te eten, de verplichting op, om hem allereerst een flinken schrik te bezorgen voor de Amanita’s en hem die giftzwammen duidelijk aan te wijzen. De narigheid van het geval is dat de Amanita’s gelijken op de goede Champignons, doch die gelijkenis is oppervlakkig en de verschillen zoo duidelijk, dat niemand zich behoeft te vergissen.

(…) Ik ken een bosch van hooge dennen en daar groeit op den grond in dezen tijd (September-October) haast niet anders dan de Gele Knol-Amaniet. Bij stil weder ruik je die paddenstoelen gemakkelijk boven de herfstgeuren uit, het is de geur van rauwe aardappelen. ik zal maar niet vertellen aan hoeveel menschen ik dien geur heb willen aanwijzen en hoe vaak ik tot bescheid kreeg ‘ik ruik er niets van’. Daar moet ik dan wel in berusten.