Parelamaniet – Amanita rubescens
In het boekje Eetbare en Vergiftige paddestoelen onderstaande informatie:
Amanita rubescens, Rood wordende A m a n i t a. Ook wel aangeduid als Amanita pustulata en als Agaricus rubescens. Verscheidenne Amanita’s zijn vergiftig, maar van deze, waarvan het eerst witte vleesch na doorsnede langzamerhand rood wordt, behoeft men dit niet te vreezen, indien men de voorzorg neemt de opperhuid van den hoed bij het gebruik ervan te verwijderen. De kleur van die huid is vuilrood, en die van de wratjes erop meer grijswit, dan onze afbeelding aangeeft. Kenmerkend is ook, dat de dikke, niet hollem steel, die van boven een fijn gestreepten ring draagt, vooral van onderen donkerrood is en daar knolvormig eindigt. De sporen zijn wit en ook de geheel brij van den steel geplaatste lamellen, doch deze worden later roodachtig. Het is een stevige, forche paddenstoel, die 6 à 10 cM hoog wordt en ten onzent veelvuldig in allerlei bosschen, vaak reeds van juni af voorkomt>
In het boek De paddenstoelen van Nederland is het volgende over de Parelamaniet te vinden:
Amanita Rubescens (Fries afgeleid van rubescens of rood wordend.
Syn.: Amanita ribens-Scop., Agaricus circinatus-Schum., Agaricus Pustulatus-Schaeff., Agaricus rubescens-Vitt., verrucuosus-Bull, Margaritiferus-Batsch.
Hoed eivormig, dan bolrond, 8 à 10 cM. breed, roodbruin of roodachtig grijs, soms geelachtig, bedekt met breede meelachtige schilfers die grijs, wit en geel kunnen zijn, bij droogte hard aanvoelend, door regen soms geheel verdwijnend; de rand is glad en de opperhuid laat gemakkelijk los. De steel is gevuld, later hol, bruinachtig of licht rose, naar beneden rooder, aan den top gestreept, 8 à 10 cM. lang, de knol is eivormig, glad, dikwijls gegroefd. De ring is fijn gestreept, soms lichtgeel onderaan.
De plaatjes zijn afloopend, zacht, opeen, wit, vervolgens rose of rood gestippeld.
Sporen eivormig. Vleesch zacht, waterig, wit, reukeloos, zoet, doch na kauwing bitter en scherp; door kooking verdwijnt dit en is zij volgens sommigen zeer smakelijk.
Wanneer deze zwam gebroken wordt, kleurt het vleesch zich rood. Deze soort komt van Juli tot October algemeen door het geheele land voor in kreupelhout, naald en andere bosschen.
In het Verkade plaatjesalbum Paddenstoelen geeft Jac.P. Thijsse een waarschuwing bij de Parelamaniet:
Een Amaniet, die we in den zomer ook veel te zien krijgen, vooral in de zandstreken van het Oosten van ons land is de Paarl-Amaniet. Deze is ongevaarlijk, zelfs eetbaar en wordt in Engeland op groote schaal gebruikt. Zooals de naam al aanduidt is hij rossig, de hoed is lichtbruin, het vleesch roodachtig, ook de voet bruinig. Boven op den hoed blijven evenals bij de Vliegenzwam brokjes zitten van het oorspronkelijk omhulsel. Ik vind het een heel mooien paddenstoel en omdat hij zoo algemeen voorkomt hebben wij hem dan ook afgebeeld. Echter mag ik u niet aanraden, om hem te gaan eten, want er is een kansje, dat ge in plaats van A. rubescens een andere zoudt nemen en wel de Panther-Amaniet, die ook bruinig is en met veel witte schubjes boven op den hoed. Hij is te onderscheiden aan zijn voet, die boven de knol met beurs nog een paar ruwe ringen heeft. Een pracht van een paddenstoel.