Ono no Komachi
no no Komachi (± 825 – ± 900) was een beroemd om haar schoonheid en gedichten en behoorde als enige vrouw tot de Rokkasen (zes onsterfelijke dichters).
Er is weinig over haar leven bekend, behalve de mannen met wie ze een leifdesrelatie onderhield. In de elfde eeuw zijn een aantal legendes rondom haar in omloop, later hebben toneelschrijvers hier Noh-toneelstukken van gemaakt.
In een van deze verhalen zou ze wreed zijn voor haar minaars. Fukakusa no Shôshô was zo’n minaar. hem was beloofd dat ze zijn minnaar zou worden als hij honderd nachten achter elkaar zou bezoeken. Ongeacht het weer kwam hij iedere nacht langs, maar overlijdt van kou op de negenennegentigste nacht.
Een ander verhaal is dat na haar overlijden haar schedel op een open veld is gevonden waarbij de wind door haar oogkassen klinkt alsof er een doodsstrijd gaande is.
De laatste van deze Noh-spelen spelen heet Sotôba Komachi oftewel ‘grafsteen Komachi’. In dit toneelstuk zit een oude, behoeftige vrouw op een grafsteen. Twee priesters passeren haar en bekritiseren haar dat ze de doden niet respecteert. Met haar antwoord verwart ze hen met haar bedachtzame en welopgevoede antwoord. Vol verbazing buigen de mannen voor haar en vragen haar naam. Zij schaamt zich voor het antwoord en begint en gaat in gedachten terug naar het hof waar ze leefde en haar wreedheid tegen minnaars. De droom gaat voorbij en hiermee ook de angstige gedachten.