Jack Kerouac
n het lentenummer van 2020 van Vuursteen is er al een mooi artikel over Jack Kerouac geschreven door Tony Sebrechts. Het is niet mijn bedoeling dit artikel te herschrijven, maar Jack Kerouac heeft teveel mooie haiku’s geschreven die gelezen mogen worden, daarom nog een aanvulling in deze haikubrief in combinatie met een korte biografie.
Jack Kerouac is geboren op 12 maart 1922 in Lowell, Massachusetts. In 1940 ontvangt hij een beurs om aan de Columbia Universiteit in New York te studeren, maar in 1941 gaat hij van school af.
In 1943 treedt hij in dienst bij de marine, waar hij zes maanden later eervol wordt ontslagen. Tijdens de periode schrijft hij twee romans: The sea is my brother en The hippos were boiled in their tanks.
In 1950 brengt hij de roman The town and the city uit. Niet tevreden met zijn manier van schrijven besluit hij op een meer natuurlijke manier van schrijven over te stappen. Hij koopt een rol papier van meer dan 30 meter lengte, stopt dit in zijn typemachine en schrijft binnen drie weken de beroemd geworden roman On the road, maar deze wordt pas in 1957 uitgegeven. In de tussentijd krijgt hij een depressie, raakt aan de drank en begint drugs te gebruiken.
De opvolger in 1958 van On the road is Dharma Bums. Hij gaat steeds meer te drinken, waardoor hij vaak dronken op interviews komt en ook begint hij steeds meer drugs te gebruiken. Een nieuw boek heeft hij in die tijd niet meer geschreven. Uiteindelijk overlijd hij op 21 oktober 1969.
Over het schrijven van haiku’s had hij een eigen idee:
I propose that the ‘Western Haiku’ simply say a lot in three short lines in any Western language. Above all, a Haiku must be very simple and free of all poetic trickery and make a little picture and yet be as airy and graceful as a Vivaldi Pastorella.
| 50 miles from N.Y. all alone in nature the squirrel eating | 80 km. van New York helemaal alleen in de natuur een etende eekhoorn | ||
| a turtle sailing along on a log head up | een schildpad vaart langs op een boomstam met opgeheven hoofd | ||
| autumn eve – my mother playing old love songs on the piano | herfstavond – mijn moeder speelt oude liefdesliedjes op de piano | ||
| barley-soup in Scotland in november – misery everywhere | gerstesoep in Schotland in november – misére alom | ||
| brighter than the night, my barn roof of snow | helderder dan de nacht, mijn schuurdak van sneeuw | ||
| coming from the west, covering the moon, clouds – not a sound | komend uit het westen de maan bedekkend, wolken – geen geluid | ||
| may grass – nothing much to do | meigras– niet veel te doen | ||
| mild spring night – a teenage girl said ‘good evening’ in the dark | zachte lentenacht een tienermeisje zegt ‘goedenavond’ in het donker | ||
| mist falling – purple flowers growing | mist daalt neer – paarse bloemen groeien | ||
| moon in the bird bath – one star too | de maan in het vogelbad – en ook één ster | ||
| perfectly silent in the starry night, the little tree | volkomen stil tijdens de sterrennacht, de kleine boom | ||
| prayerbeads on the holy book – my knees are cold | gebedskralen op het heilige boek – mijn knieën zijn koud | ||
| racing westwards through the clouds in the howling wind, the moon | westwaarts racend door de wolken in de huilende wind, de maan | ||
| seven birds in a tree, looking in every direction | zeven vogels in een boom, kijkend naar alle richtingen | ||
| ship paint on an old T-shirt | scheepsverf op een oud T-shirt | ||
| sometimes they sleep with their lights on, the June bugs | soms slapen ze met hun licht nog aan, meikevers | ||
| some trees still have naked winter look – Spring day | sommige bomen, nog altijd hebben ze hun winternaaktheid – voorjaarsdag | ||
| spring is coming yep, all that equipment for sighs | voorjaar komt eraan, jazeker, alle benodigdheden voor zuchten | ||
| spring night– the neighbour hammering in the new old house | voorjaarsnacht – de buren timmeren in hun nieuwe oude huis | ||
| spring rain, kicking stones an arrowhead | lenteregen, schoppend tegen stenen een pijlpunt | ||
| the bird’s still on top of that tree, high above the fog | nog altijd zit de vogel in de top van die boom, hoog boven de mist | ||
| the leaves, fighting the empty sky – no clouds helping | de bladeren, bevechten de lege hemel – geen wolken om te helpen | ||
| the mists in front of the morning mountains – late Autumn | de ochtendbergen met de mistflarden ervoor – laat in de herfst | ||
| the summer chair rocking by itself in the blizzard | de zomerstoel schommelt uit zichzelf in de sneeuwstorm | ||
| the whiteness of the houses in the moon snow everywhere | de witheid van de huizen in het maanlicht overal sneeuw | ||
| walking along the night beach, – military music on the boulevard | lopend langs het strand bij nacht, – marsmuziek op de boulevard | ||
| after the earthquake, a child crying in the silence | na de aardbeving huilt een kind in de stilte |
Bronnen: