Amethistzwam – Laccaria amethystiina
De Amethistzwam heeft twee Nederlandse benamingen, te weten:
- Amethistzwam
- Rodekoolzwam
Bij de wetenschappelijke namen zijn er meerdere bekend, waaronder:
- Laccaria amethystiina
- Clytocibe laccata
- Agaricus laccatus
- Agaricus amethysteus
- Laccaria laccata
In de Paddenstoelen van Nederland beschrijft Joh Ruys de Amethistzwam als volgt:
Clitocybe laccata (Fr.) afgeleid van lacca,i>, een vroegere naam voor planten die tegenwoordig tot het geslacht Phytolacca behooren en waarvan de vruchten een purperkleurig sap bevatten en zulks naar aanleiding der kleur van den hoed.
Syn.: Ag. laccatus-Scop., Ag. amethysteus-Bull., Laccaria laccata (volgens Constantin)
De hoed is bijna vliezig, haldrond, regelmatig, dan bol, ingedrukt in het midden, de rand min of meer gegolfd, droog, gewoonlijk schubbig of meelachtig, somtijds glad, waterachtig, de kleur is zeer verschillend. Zij kan geheel violet zijn, ouder wordend is de hoed okerkleurig of roodachtig terwijl steel en plaatjes violet blijven. ook komt het voor dat hoed en steel rood zijn met rose plaatjes, 2 à 6 cM. breed.
De steel is 2 à 6 cM. lang, gelijk, soms iets gebogen, krom, knobbelig, bovenaan gezwollen, aan den voet dunner, gevuld, later hol, gewoonlijk eenkleurig met den hoed en van onderen met een wit of violetkleurig dons bedekt.
De plaatjes zijn talrijk, dik, aangegroeid of licht afloopend, meer of minder donker violet gekleurd en eindelijk wit bepoederd.
Het vleesch is dun, violet of roodachtig zooals de plaatjes. De sporen zijn ijzerkleurig en eivormig.
De reuk is goed, men vindt haar zeer algemeen in bosschen op beschaduwde en open plekken, dikwijls aan den voet van boomen, eenzaam of in tropen gedurende de zomer en herfst door het geheele land.
In het Verkade plaatjesalbum Paddenstoelen beschrijft Jac.P. Thijsse de Amethistzwam op de volgende manier:
De Ametthystzwam doet heel raar. Soms schiet hij vlug op, een andermaal is er dagenlang geen verandering te bespeuren. Ieder kent dat mooie paddenstoeltje, dat vooral in het naaldhout groeit en door zijn prachtige diep donker-paarsblauwe kleur onmiddelijk de aandacht trekt. Vooral de zeer jonge zijn bijzonder mooi van kleur. Die verbleekt bij de oudere en er komen dan ook wel bruinige strepen in den hoed of hij raakt wit uitgebleekt.