Bessenbandzweefvlieg – Syrphus ribesii

Bessenbandzweefvlieg - Syrphus ribesii

 

Door de geel-zwarte tekening op het achterlijf lijkt de Bessenzweefvlieg een beetje op een wesp. Er zijn veel zweefvliegen met een dergelijke zwart-geel tekening. De Bessenzweefvlieg heeft een dof koperkleurig borststuk en een beetje snorvormige gele banden. De andere soorten van het genus Syrphus lijken zeer sterk. Vrouwtjes Bessenzweefvliegen verschillen door de gele (niet deels zwarte) achterdijen. Mannetjes zijn alleen met een loupe van de andere te onderscheiden. De soort leeft in bossen, aan bosranden en op plekken met veel struweel. Ze komt ook regelmatig in tuinen voor.

Bron: Waarneming.nl

 

 

In het Verkade plaatjesalbum De bonte wei beschrijft Jac.P. Thijsse de Bessenbandzweefvlieg op de volgende manier:

Bessenbandzweefvlieg - Syrphus ribesii

De larve van de bessenzweefvlieg treft het beter. De oude vlieg zoekt een plant op, die vol met bladluizen zit en legt dan zijn eitje midden tusschen de sapzuigers. Als dan de larve uit ’t ei komt, heeft hij dadelijk zijn voedsel bij de hand, want ’t is zijn natuur dat hij zich voedt met bladluizen. Met zijn achterlijf houdt hij zich vast aan ’t blad, met zijn kaken grijpt hij één voor één de bladluizen, die tamelijk wel niets merken van ’t onheil, dat hen bedreigt, zuigt ze uit, gooit de leege huiden weg en begint dan van voren af aan.

 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

 

In Baan’s plaatjesalbum Nederlandsche Insecten komt één zweefvlieg voor:

Bessenbandzweefvlieg - Syrphus ribesii

Zweefvlieg (Syrphus ribesii).
Het komt herhaaldelijk voor, dat wij plotseling een vlieg in de lucht zien blijven “staan”; dat is dan een “zweefvlieg” of “staande vlieg”. Men kan ze zoo herhaaldelijk boven de bloemen zien staan. De afgebeelde is een zeer gewone; sprieten, pooten en buik van het achterlijf rood geel; lengte 13 mm. De eieren worden gelegd op de bladeren; de larven zijn bekend als uitzuigsters van bladluizen, behooren dus tot de nuttige dieren. het valt niet moeilijk deze larven aan het werk te zien. larven van andere zweefvliegen leven in modder en andere stoffen en behooren dus tot de opruimers. omdat de zweefvliegen gaarne honing snoepen, en dus veel de bloemen bezoeken, bevorderen ze in hooge mate de kruisbestuiving.