een witte wereld –
verrast worden door het groen
van een sneeuwklokje
sneeuwbuien –
de berkenbomen
een vermoeden
alles is roerloos
alleen een boomkruiper klimt
tot achter de boom
oudjaar
ganzen, zuidwaarts vliegend
wisselen van plaats
miezerregens
kerstballen met kunstsneeuw
aan kale takken
herfst
in de mist passeert
een hoestbui
bomen op het duin,
kromgegroeid, met de rug
naar de wind van zee
wolkenluchten
de wind blaast het zonlicht
mijn kant uit
strandterras
de oren van de Boeddha
gevuld met zand
op vakantie
tussen twee tunnels
de regen