Dennenvlamhoed – Gymnopilus penetrans
Van de Dennenvlamhoed zijn twee wetenschappelijke namen bekend:
- Gymnopilus penetrans
- Flammula penetrans
In het boek De paddenstoelen van Nederland staat de volgende beschrijving:
Flammula penetrans (Fr.) afgeleid van penetrara of doordringen, n.a. van haar groeiwijze.
De hoed is vleezig, bol-vlak, droog, geel-roodbruin of geel-oranje, dikwijls ook geelachtig met een bruin middenpunt en met lange roodachtige schubben bedekt, 5 cM. breed.
De steel is witachtig of bleek, vezelig gestreept, zijdeachtig, kurkachtig. Wanneer de zwam op den grond groeit, is de steel gevuld, spil of wortelvormig, licht geel en de hoed goudgeel.
De plaatjes zijn talrijk, dun, aangegroeid-aflopend, wit geelachtig, op het laatst bruin gevlekt.
Het gordijn is wit, vlokkig en zeer vergankelijk.
Deze soort groeit zodevormend op stronken van dennen, in zomer en herfst en is zeldzaam.