Grote Koekoekshommel – Bombus vestalis
In het Verkade Plaatjesalbum De bloemen en haar vrienden verteld Jac.P. Thijsse iets over deze Koekoekoshommel, die daar ‘Witte Koekoekshommel’ genoemd wordt:
Terwijl we nu naar al die drukte in de Valsche Salie zitten te kijken, merken we ook een hommel op, die den stoeren bouw heeft van een wijfjeshommel, maar duidelijk doffe pooten, wat bij een mannetje hoort, bovendien een glimmend achterlijf en donkere vleugels. Overigens lijkt hij wel op een aardhommel. We vangen hem even en behoeven niet meer te twijfelen. De achterpooten zijn werkelijk aan de buitenzijde geheel behaard. Maar het is een wijfje, want ze steekt haar angel uit.
Hier hebben we nu te doen met een vertegenwoordigster van een andere groep van nietsdoeners n.l. de Koekoekshommels en Koekoesbijen, die hun eieren leggen in de nesten van de gewone hommels en bijen en dus zelf geen gangen behoeven te graven, geen cellen te bekleeden hebben, geen voorraad in te zamelen. Het is wel merkwaardig, dat deze Koekoekshommels lijken op hun gastheeren: de Witte Koekoeshommel wordt grootgebracht door de Aardhommel, de Roode Koekoekshommel door de Steenhommel.