Renga

Haastige voorbijgangers

het asfalt twinkelt
motregens trekken een waas
voor het lamplicht

af en toe, in lantaarnlicht
haastige voorbijgangers

in de avondlucht
dartelen de vleermuizen
zij gaan vrijuit

windstilte –
zaadpluizen, besluiteloos
zweven ze verder

het zoemen in de avond
van bijen in de lindes

deze stilte,
schuilend onder een boom
hoor ik hem pas

Nico van Dam (1,3,5)
Henk van der Werff (2,4,6)