Helmmycena – Mycena galericulata
De Helmmycena is een paddenstoel uit de familie Mycenaceae en komt voor in groepjes in bosjes op boomstronken, soms het gehele jaar door, maar vooral in de herfst.
Andere wetenschappelijke namen voor de Helmmycena zijn:
- Mycena galericulata
- Agaricus galericulaus
In het boek De paddenstoelen van Nederland staat de volgende beschrijving:
Mycena galericulata (Scop.) afgeleid van galericulum of veelkleurig hoedje, n.a. van den hoed der zwam.
Syn.: Agaricus pseudoclypeatus-Bolt., Agaricus fistolosus-Bull.
De hoed is bijna vliezig, kegel of klokvormig, eindelijk een weinig uitgespreid, bultig, gestreept, doch niet op den top, droog, onbehaard, met dikwijls golvenden rand, de kleur is zeer verschillend, grauw-bruin, licht loodkleurig of geel-bruin, 2 à 4 cM. breed.
De steel is lang, naakt, tenger, buigzaam, stevig, pijpachtig, glad, onbehaard, fluweelachtig of donzig aan den voet die veelal gekromd is en eindigt in een spoelvormigen wortel, grijsachtig, bleeker bovenaan, ook wel bruinachtig, 6 à 10 cM. lang en 5 à 5 cM. dik.
De plaatjes zijn aangegroeid, met een tandje afloopend, geaderd, bij den rand verbreed, wit, wit- of grijsachtig, dikwijls overgaand tot het geelachtige of vleeschkleurige.
Het vleesch is wit, onaangenaam van smaak.
Deze zwam is in zomer, herfst en winter te vinden op dood hout op vochtige sombere plekken in bosschen, meest zodevormend, overal veel voorkomend.