Hokusai – Egyô Hôshi
yae mugura
shigereru yado no
sabishiki ni
hito koso miene
aki wa kinikeri
in de eenzaamheid
van mijn nederige hut,
met wijnranken begroeid,
blijven de gasten weg
sinds de herfst is begonnen
DICHTER
Egyô was een priester (Hôshi), die in de tweede helft an de tiende eeuw leefde. Het gedicht is geschreven tijdens een wedstrijd.
GEDICHT
Aan de inhoud van het gedicht valt niet veel toe te voegen. Het geeft een beeld van een landelijke hut, die via de herfst met eenzaamheid wordt verbonden.
AFBEELDING
In tegenstelling tot het gedicht is het een drukte van belang bij deze boerderij, waar alle onderdelen naar de herfst verwijzen.
Aan de rechterkant van de afbeelding scheidt een vrouw het kaf van het koren, dat door een kleine jongen wordt verzameld. De bladeren langs de dakrand zijn tabaksbladeren die hangen te drogen.
De constructie in het midden van de afbeelding dat op een pijl en boog lijkt is een vogelverschrikker, een teken van de herfst, die de vogels bij de rijst weg moet houden. Links wast een man zijn paard, terwijl een vrouw het zadel brengt zodat ook deze gewassen kan worden.
Rondom het huis staan de schoven met rijst en in de boom hangen vruchten, terwijl een groep vogels naar het zuiden vliegt.
Overzicht gedichten en schilderijen uit deze serie