Hokusai – Fujiwara no Okikaze

tare wo ka mo
shiru hito ni sen
Takasago no
matsu mo mukashi no
tomo naranaku ni

 

is er nog iemand
op mijn leeftijd die me kent?
in Takasago
is de pijnboom eeuwenoud
maar hij is geen vriend van vroeger

 

Hokusai - Fujiwara no Okikaze

 

DICHTER

Okikaze leefde rondom het jaar 900. Zoals het gedicht doet vermoeden behaalde hij een hoge leeftijd. In het jaar 911 is hij nog als provinciaal bestuurder benoemd en ook in 914 leefde hij nog.

 

GEDICHT

Het verhaal van de pijnbomen van Takagaso is erg oud. De meest bekende versie is het Nog-spel Takagaso dat rond 1400 is geschreven.

In dit toneelstuk zijn er twee pijnbomen – een in de stad Takasago aan de monding van de rivier Kaka, de andere in Sumiyoshi, ongeveer 48 kilometer van elkaar. De geesten van deze bomen komen als een oud echtpaar om de grond rondom een pijnboom schoon te vegen en te harken als er een monnik onder rust. In het spel komt de volgende zin voor: mochten vele mijlen, bergen en rivieren ons scheiden, voor twee echtgenoten die door het hart zijn verbonden is geen weg te moeilijk.

Als het gedicht oppervlakkig wordt gelezen dan zegt de dichter dat hij zijn vrienden heeft overleefd, maar in de diepere laag is te lezen dat hij zijn vrouw mist. De pijnboom in Takasago wordt als de vrouw voorgesteld, die in Sumiyoshi als de man.

 

AFBEELDING

Rondom de pijnboom zitten een aantal mensen die van de boom en het uitzicht genieten. Aan de linkerkant van de afbeelding is een monnik te zien, met daarnaast een vrouw die thee zet. Dan twee mannen van wie er een twee vogels nakijkt. Midden onderin twee vrouwen en een man, met achter hen hun dienaar.

 

Yoshitoshi heeft in zijn serie honderd aangezichten van de maan een afbeelding over het oudere echtpaar opgenomen, die De maan tijdens hoogtij is genoemd.

 
 

Overzicht gedichten en schilderijen uit deze serie