Hokusai – Sanjô In
kokoro ni mo
arade ukiyo ni
nagaraeba
koishikaru beki
yowa no tsuki kana
ik wil niet lang meer
in deze tijdelijke wereld
verblijven;
maar de maan van vannacht
zal een mooie herinnering zijn
DICHTER
De afgezette keizer (In) Sanjô leefde van 976 tot 1017. Zijn regeerperiode duurde niet lang, van 1012 tot 1016.
Na het overlijden van keizer Ichijô Tennô, plaatste de machtige regent Fujiwara no Michinaga, met wiens dochter Sanjô was getrouwd, hem op de troon. Maar omdat Sanjô zich tot een eigenzinnig heerser ontpopte werd hij al snel weer tot aftreden gedwongen.
GEDICHT
Dit gedicht is vlak voor of vlak na het aftreden van Sanjô geschreven. Hij zou het tot zijn dood, een jaar na zijn aftreden, betreuren dat hem dit is overkomen.
Ukiyo betekent ‘vloeiende, voorbijgaande wereld’, maar kan ook ‘bittere wereld’ betekenen.
AFBEELDING
In deze afbeelding is de afgezette keizer niet te zien en concentreert Hokusai zich op de maan.
Er is een ceremonie ter ere van Susanô no Mikoto te zien, een maangod die wordt vereerd, omdat hij een achtkoppig zeemonster in zijn eentje heeft verslagen. De ceremonie wordt in de herfst gehouden.
Overzicht gedichten en schilderijen uit deze serie