Hokusai – Sanjô Udaijin (Fujiwara no Sadakata)

na ni shi owaba
ausakayama no
sanekazura
hito ni shirarede
kuru yoshi mogana

 

hoe krijg ik het gedaan
jou weer te ontmoeten?
de klimopranken
op de ‘Berg der ontmoetingen’
zal ons geheim bewaren

 

Hokusai - Sanjô Udaijin (Fujiwara no Sadakata)

 

DICHTER

Fujiwara no Sadakata leefde van 873 tot 932. Udaijin is de officiële titel voor de ‘minister van rechts’. Sanjo was de naam van een wijk in de hoofdstad. Hiermee was hij met twee anderen het bestuur van de keizerlijke raad.

 

GEDICHT

Dit gedicht bevat meerdere – erotische – woordspelingen. Het speelt zich af op de ‘Berg der ontmoetingen’, die ook in gedicht nummer 10 voorkomt. Dit keer is het de plaats voor een amoureuze ontmoeting, waarbij de dichter hoopt er zijn beminde te ontmoeten.

Kuru kan zowel ‘komen’ als ‘handbreedte’ betekenen, waarbij handbreedte in dit geval de afstand tussen de twee geliefden moet verbeelden. ‘Kazura’ kan een toespeling zijn op de haardracht van de hofdames uit die tijd.

 

AFBEELDING

Een dame, wiens gezicht verborgen gaat onder een omslagdoek, wordt begeleid door een meisje. Op het pad de bergen in lopen vijf mannen, zowel boeren als reizigers. De houthakker met de bijl dicht bij de vrouw heeft haar, aan de glimlach op zijn gezicht te zien, herkend.

Achter het huis is een zwerm vogels te zien. Hokusai heeft waarschijnlijk plevieren getekend. Deze vogels komen gewoonlijk niet in een dergelijk landschap voor, maar hiermee kan hij aangeven dat de minnaar van de vrouw in het huis op haar wacht.

 
 

Overzicht gedichten en schilderijen uit deze serie