Hokusai – Sarumaru Tayû
Oku yama ni
mamiji fumiwake
naku shika no
koe kiku toki zo
aki wa kanashiki
diep in het bergbos
dwalend door herfstbladeren
een hert, roepend.
Ik hoor zijn eenzame kreet,
triest, hoe triest, is de herfst.
Dichter
Sarumaru was vermoedelijk een dichter tent ijde van keizer Gemmyô, die van 708 tot 715 regeerde. Tayû is een titel, die niet-adellijken kregen vanwege hun bijzondere vaardigheden, zoals dichter.
Sarumaru zou in de bergen rondom Kyoto geleefd hebben, waar hij de herten regelmatig gehoord zal hebben tijdens de bronsttijd.
Gedicht
De bronstschreeuw van een hert geldt als een treurige en melancholieke kreet, die aan het verlangen naar een geliefde doet denken.
Afbeelding
De kreet van het hert – linksboven in de afbeelding – vult het lege vlak in het midden. Vrouwen keren terug naar hun dorp, terwijl het avondrood zich vermengt met het rood van de herfstbladeren. Een van de vrouwen wijst haar buurvrouw het hert, dat roept op de berg..