Hokusai – Sei Shônagon
yo wo komete
tori no sorane wa
hakaru to mo
yo ni ausuka no
seki wa yarysaji
diep in de nacht
misleid jouw hanengekraai wellicht
sommige wachters,
maar op de berg der ontmoetingen
blijft de poort gesloten
DICHTER
Sei Shōnagon, geboren in 967, behoorde bij de bekende dichters uit haar tijd. Het Hoofdkussenboek van haar wordt nog altijd uitgegeven. Zij was de dochter van Kiyowara no Motosuke en de kleindochter van Kiyowara no Fukayabu.
GEDICHT
Op een nacht, als haar minnaar Dainogon Fujiwara no Yukinari – de broer van de keizer – haar overhaast verlaat met het excuus dat hij de gaan al hoort kraaien, schrijft zij dit gedicht aan hem.
Het refereert aan een oud verhaal, waarin prins Mōshōku in gevangen gehouden wordt in een vijandig land. Het lukt hem om ‘s nachts met zijn mannen te ontsnappen, maar de stadspoort wordt pas geopend als de hanen kraaien, of als de zon opkomt. Keimei, een van de mannen van de prins, klimt in een boom en imiteert het kraaien van een haan, waarop andere kraaien buiten de poort antwoorden. De bewakers openen daarop de poort en weet de prins met zijn mannen te ontkomen.
AFBEELDING
Hokusai tekent het moment dat de poort openstaat en de prins met zijn gevolg naar buiten gaan. In de boom is Heikei nog te zien, terwijl hij naar beneden klimt om ook te verdwijnen.
Overzicht gedichten en schilderijen uit deze serie