Kikaku
volle maan
schaduwen op de tatami mat
van pijnboomtakken
en vrouw kijkt naar de schaduwen van een pijnboom op haar tatamimat. Waarschijnlijk bevindt ze zich n een theehuis gezien de koperen pot links van haar en de ruwe houten pilaar van de ombouw.
Waarschijnlijk is het een courtisane, al spreken haar kleding en haardracht dit tegen. Wellicht komt ze net uit bad of ontspant ze zich even omdat er geen mannen meer aanwezig zijn en ze even op zichzelf kan zijn.
Het seizoen is begin herfst. De Furo – de theepot, werd gebruikt van mei tot oktober. in de wintermaanden werd de open haard gebruikt voor de theeceremonie en het lichte scherm zou zijn vervangen door een dicht scherm. ook de haiku wijst in die rochting, omdat de ‘volle maan’ wordt geassocieerd met de herfst.
Kikaku (1661-1707), de maker van de haiku, was een leerling van Basho. Tijdens een feest in het theehuis waar hij vaak te gast was werd hem gevraagd een haiku te schrijven die zo mooi was, dat de hemel er ontroerd van zou zijn en het zou gaan regenen. Kikaku protesteerde, zeggende dat Ono no Komachi al zo’n gedicht had geschreven, maar heeft uiteindelijk deze haiku geschreven – waarna het begon te regenen.