Puntbijvlieg – Eristalis nemorum
De puntbijvlieg is een middelgrote Eristalis met puntvormig stigma en duidelijke kale zwarte middenstreep op het gezicht. Achterlijf donker. Het mannetje heeft een vlekkenpaar op rugplaatje 2, het vrouwtje heeft daar meestal twee onduidelijke kleine, of helemaal geen, vlekken. Achterrand van de rugplaatjes bij het vrouwtje wit. Lengte 10-13 mm.
Zeer algemeen in heel Nederland, waar het te vinden is in open bossen, parklandschappen en ander open terrein met beschutting.
In het Verkade plaatjesalbum De bonte wei beschrijft Jac.P. Thijsse de Boschzweefvlieg, zoals hij de Puntbijvlieg noemt, als volgt:
(…) Deze zweefvliegen zijn al even trouwe bloemenvrienden als de bijen; ze eten niet anders dan honig n stuifmeel. Maar ze nemen niets mee; want hun jongen komen op een heel andere manier aan de kost.
Die van de blinde bij en ook die van bosch-zweefvlieg en gestreepte zweefvlieg hebben een nog al sombere jeugd. Onder den naam van ‘rotjes’ leven ze in moddersloten, stilstaande greppels en ook wel in gootjes, waarlangs in dorpen en op ’t platte land het afvalwater van de keuken naar de slooten loopt.
Daar zitten ze dan in bij duizenden. Ik weet wel, dat wij als jongens van een jaar of zes er met taaie vlijt jacht op maakten. Bij honderden vischten we ze op uit de griezeligste modder, grauwe cilindervormige diertjes met een soort van staart, die ze heel lang konden maken en ook weer bijna heelemaal intrekken; later zijn we aan de weet gekomen, dat ’t geen staart, maar een soort van ademhalingswerktuig was.