Sporen in de dauw
een grijze dag –
een bloeiend boeket onkruid
zomaar op een veld
een spleet in het wolkendek
een blik op blauwe verten
een wolk spreeuwen –
het onuitgesprokene
meandert met ze mee
het zandpad loopt af
stroompjes oker vlechten zich
vloeiend naar omlaag
het is stil bij de vijver
maar toch, sporen in de dauw
de bui trekt voorbij
een aalscholver droogt zich op
in een regenplas
Henk van der Werff (1,3,5)
Nico van Dam (2,4,6)