Tomas Tranströmer – haiku’s

downloadversie

Tomas Tranströmer haiku's

Tomas Tranströmer is geboren in Stockholm op 15 april 1931. Zijn ouders scheiden als hij nog jong is en hij wordt opgevoed door zijn moeder, een lerares op de basisschool. Zijn grootouders wonen om de hoek, waar hij regelmatig over de vloer komt.

Hij studeert literatuurgeschiedenis en psychologie aan de Universiteit van Stockholm en is daarna als psycholoog verbonden bij een jeugdgevangenis.

In 1954 verschijnen zijn eerste gedichten – hij is dan 23. Een paar jaar later, in 1959, verschijnt er in Zweden een vertaling met haiku’s van de vier bekende Japanse haikudichters: Basho, Buson, Issa en Shiki.
Tomas Tranströmer probeert deze onbekende poëzievorm uit en schrijft een negental haiku’s, die enkele jaren later (2001) onder de titel Fängelse (Gevangenis) worden gepubliceerd.

 

Zij spelen voetbal
plotselinge verwarring –
de bal over de muur.

Zij maken kabaal
om de tijd op te drijven
in snellere draf.

Ontspoorde levens –
van de schoonheid resten slechts
de tatoeages

Toen hij gepakt werd
zaten zijn zakken vol met
bospaddestoelen.

Het werkplaats lawaai
zware wachttoren stappen
onthutsten het bos.

De poort glijdt open
wij staan op de binnenplaats
in een nieuwe seizoen.

De muurlampen aan –
de nachtvlieger ziet een vlek
van onwerkelijk licht.

Nacht – een vrachtwagen
rijdt voorbij, de detentie
dromen in rilling.

De jongen drinkt melk
en slaapt veilig in zijn cel,
een moeder van steen.

 

Tomas laat deze poëzievorm verder liggen en gaat verder met het dichten in andere vormen tot hij in november 1990 getroffen wordt door een ernstige hersenbloeding in het linkerdeel van het brein, de zetel van het actieve taalvermogen, en raakt hij zijn spraakvermogen kwijt en de rechterkant van zijn lichaam is verlamd.

Door zijn doorzettingsvermogen is hij in staat zijn rechterhand en rechterarm weer enigszins te gebruiken. Hij was een getalenteerd pianospeler en is op zoek gegaan naar pianostukken voor de linkerhand en heeft na zijn hersenbloeding ook weer concerten gegeven met deze stukken.

Gelukkig was zijn begrip voor taal, zowel gesproken en geschreven (hij leerde zichzelf links schrijven) onaangetast. Maar het schrijven van lange gedichten was niet meer mogelijk. Hij zag een uitweg in de poëzievorm die hij eerder al eens gebruikt heeft: de haiku!

Hij heeft deze vorm weer omarmd. Hij vormde zijn haiku’s om tot een soort lange gedichten, opgebouwd uit meerdere haiku’s. Telkens als er een klaar was werd die ingepast tussen de al geschreven haiku’s, waardoor deze ‘haikugedichten’ of haikusuites zoals wij ze zouden noemen voortdurend werden verbeterd en aangepast.

In 2011 zal hij de Nobelprijs voor de Literatuur krijgen voor zijn complete werk. Tot zijn dood zal hij haiku blijven schrijven, al noemt hij ze geen haiku’s, maar haikugedichten. En dat de haiku’s anders zijn dan we gewend zijn is duidelijk. U, lezer mag zelf bepalen wat u er vindt, op mij hebben ze indruk gemaakt.

Hieronder een aantal haiku’s. Ze zijn niet als haikugedichten opgenomen, omdat deze gedichten al anders zijn dan gebruikelijk:

 

Muren van hopeloosheid…
De duiven komen en gaan
zonder gezichten.

Gedachten staan stil
als mozaïektegels
in de paleistuin.

Geneurie in de mist.
Een vissersboot op zee –
drijvende trofee.

Rendier in zonlicht.
Vliegen stikken zijn schaduw
vast aan de aarde.

Een snijdende wind
‘s nachts gierend door het huis –
naam der demonen.

Plukkige dennen
in hetzelfde treurmoeras.
Altijd en immer.

Door duister vervoerd.
Ik stootte steeds op een schaduw
in een paar ogen.

Deze mijlstenen
die op zwerftocht zijn gegaan.
Hoe de houtduif koert.

De dood buigt zich over
mij heen, een schaakprobleem.
En heeft de uitkomst.

Op de hellingen
onder de zon – de geiten
die vuur opvraten.

En het slangenkruid
komt uit het asfalt overeind
als een bedelaar.

Op een plank in de
bibliotheek der dwazen
het gesloten Boek.

Hij schrijft en hij schrijft…
Lijn vloeide in kanalen.
De praam over de Styx.

Kijk hoe ik hier zit
als een boot op het droge.
Hier ben ik voldaan.

Als het uur aanbreekt
gaat de blinde wind liggen
tegen de gevels.

Hier brandde de zon…
Een mast met zwarte zeilen
Uit verre tijden.

De zee is een muur.
Ik hoor de meeuwen krijsen –
zij wenken naar ons.

 

Bernlef, de bekende dichter en auteur heeft deze gedichten van Tomas Tranströmer vertaald en uitgegeven, net als bovenstaande haikugedichten en is een vriend geworden. Tot zijn verbazing ontvangt hij regelmatig nieuwe haiku’s, waardoor de bestaande vertaalde haikugedichten moeten worden aangevuld. Hieronder vier voorbeelden die hij een keer heeft ontvangen en moesten worden tussengevoegd bij een bestaand haikugedicht.

 

Lanen kuieren
gelijnd aan zonnestralen.
Riep daar iemand?

Het gras komt omhoog
zijn gezicht een runensteen
staand als aandenken.

Hier een donker beeld.
Overgeschilderd gebrek,
bloem in boevenpak.

De openbaring.
De stokoude appelboom.
De zee is vlakbij.

 

Bronnen:

  • De herinneringen zien mij, verzamelde gedichten. Vertaald door Benlef. Uitgeverij De Bezige Bij (2011) ISBN 978 90 234 0790 4
  • Haiku’s van Tomas Tranströmer, door Bernlef. Raster #107, 2004