Tsunami en kernramp in Fukushima
ls gevolg van een aardbeving in Japan op 11 maart 2011 ontstaat er een enorme tsunami die een hele strook langs de kust wegvaagt waardoor veel mensen overlijden of huis en haard kwijtraken. Als gevolg van de tsunami raakt de kernreactor van Fukushima beschadigd, waardoor nog meer mensen geëvacueerd moeten worden.
Dat deze gebeurtenissen mensen raken zal niemand verwonderen. Veel slachtoffers hebben over hun emoties haiku’s geschreven. Er ontstaat een nieuwe kigo (seizoenwoord) naar aanleiding van de ramp: genpatsu-ki (原発忌) wat een samenvoeging is van genpatsu, wat een afkorting is van genshiryoku hatsuden (het opwekken van kernenergie) en ki (rouwen, of iets onfortuinlijks meemaken).
Op het moment van de ramp is haikudichter Mayuzumi Madoka niet in Japan, maar als ze terug is reist ze naar het rampgebied om daar met mensen, veelal amateurdichters, die getroffen zijn door de ramp haiku-bijeenkomsten te houden.
Het resultaat van deze bijeenkomsten is in 2012 gebundeld en uitgegeven onder de titel: I’m so happy to see cherry blossoms in full bloom. De titel is afkomstig van een haiku, geschreven door de 11-jarige jongen Abe Ryûsei:
まんかいのさくらがみれてうれしいな
Mankai no sakura ga mirete ureshiina
mijn blijdschap
om de kersenbloesems
te zien bloeien
‘Orikasa lag vol puin en wrakken, maar ik zag een kersenboom, klein, maar in bloei. Daarom schreef ik deze haiku.’
Abe Ryûsei is niet de jongste haikudichter, die eer gaat naar het 8-jarige meisje Shuto Miu:
年賀には「こんどあったらあそぼうね」
Nenga ni wa “Kondo attara asobo ne”
jouw nieuwjaarsgroet
“laten we de volgende keer
samen spelen”
‘Ieder jaar stuur ik mijn vriend die ik ken van de kleuterschool een nieuwjaarskaart, maar hij overleed tijdens de tsunami. Dit was de tekst op de nieuwjaarskaart die ik van hem ontving, ik voel me verdrietig.’
Iemand van een heel andere leeftijd is de 91-jarige Ara Fumiko, die in de bundel is opgenomen met twee haiku’s. De eerste gaat als volgt:
春寒や卒寿の避難つらかりし
Harusamu ya sotsuju no hinan tsurakarishi
het koude lenteweer
evacueren is pijnlijk
als je negentig bent
Iitate, de plaats waar Ara woont heeft weinig te lijden gehad van de tsunami, omdat het ver genoeg van de zee lag, maar vanwege de straling van de nucleaire installatie in Fukushima die wel het dorp bereikte, moest iedereen alsnog geëvacueerd worden.
De tweede haiku van Ara Fumiko is:
被災地も余震つづきや盆迎ふ
Hisaichi mo yoshin tsuzuki ya Bon mukau
tijdens de evacuatie
voelen we de naschokken
terwijl het Bon-feest nadert.
Het Bon of Obon festival duurt drie dagen en wordt gehouden vanaf de avond van 13 augustus tot 16 augustus. Men gelooft dat de geesten van de voorouders tijdelijk terugkeren naar de menselijke wereld om hun familie te bezoeken. Veel Japanners ervaren Obon vooral als een festival vol met gezelligheid en tradities.
Vaak worden tijdelijke sfeervolle lantaarns of lampionnen opgehangen, graven van voorouders worden bezocht en schoongemaakt en thuis wordt voedsel geooferd en bloemen geplaatst op de huisaltaars. Aan het einde van het festival worden vreugdevuren ontstoken en drijvende lampionnen geplaatst in rivieren en op meren om zo de geesten van de voorouders te begeleiden op hun terugreis naar de hemel.
Vanwege de verwoestingen is het niet mogelijk de overledenen op een rustige manier te kunnen herdenken op het moment dat daarvoor gebruikelijk is: het Bon-festival.
Nishiuchi Masahiro krijgt met een heel ander probleem te maken tijdens deze periode:
放射能村見回りの灯の冴ゆる
Hôshanou mura mimawari no hi no sayuru
radioactief dorp
de lichten van de patrouille
schijnen fel
‘Vanwege de radioactieve straling zijn alle inwoners van Iitate gedwongen om te evacueren. Maar een aantal inwoners patrouilleren in de stad om ervoor te zorgen dat er geen brand uitbreekt of inbraken gepleegd worden. We wonen tijdelijk in de bergen, waar het koud is, maar op deze manier kunnen we de stad beschermen.’
Kowata Sachiko heeft de volgende haiku geschreven:
亡母の声聞きたくて佇つ青岬
Haha no koe kikitakute tatsu aomisaki
staand op de groene kaap
hoop ik de stem te horen
van mijn overleden moeder
‘De moeder van een vriendin is meegesleurd door de tsunami. ‘s Avonds rijdt ze vaak naar de punt van een kaap om daar haar moeder te roepen.’
Een vriend van Nishiuchi Masahiro heeft weer andere problemen tijdens de ramp:
原発忌この牛置いて逃げられず
Genpatsu-ki kono ushi oite nigerarezu
dag van de kernramp
ik kan deze koe niet achterlaten
en wegrennen
‘Een vriend van mij is boer. Voor hem is de stad een hel, maar weggaan is dat ook.’
Takano Hiroko is blij dat hij er het levend vanaf heeft gebracht:
命ある今確かめて花の下
Inochi aru ima tashikamete hana no shita
ik ben er nog!
ik overtuig mezelf
onder kersenbloesems
‘De aardbeving, de tsunami en het ongeluk met de kerncentrale heeft ervoor gezorgd dat mensen niet meer terugkeren naar mijn geboorteplaats. Maar, de kersenbomen zijn weer gaan bloeien, prachtig. Ik vond mezelf terug onder de bomen en dacht – ik mag blijven leven!’
Van Momoko Kuroda, een andere bekende Japanse haikudichter, zijn haiku’s vertaald naar het Engels door Abigail Friedman en uitgegeven onder de titel: I wait for the moon. In deze bundel zijn ook haiku’s opgenomen over de tsunami en de daarop volgende ramp met de kerncentrale van Fukushima.
水底の ねむりの底に 散るさくら
minasoko no nemuri no soko ni chiru sakura
diep onder de zee
kersenbloesems vallen op degenen
in de diepste slaap
荒東風や 老女見知らぬ 街めざ
arakochi ya rôjo mishiranu machi mezashi
wilde oostenwind –
een oude vrouw is op weg
naar een onbekende stad
Meer dan 342.000 mensen zijn geëvacueerd uit het gebied rondom de nucleaire installatie rond Fukushima. Drie jaar later waren 278.000 mensen nog niet teruggekeerd naar hun huis, voor sommigen zal dit helemaal niet mogelijk zijn vanwege de radioactiviteit.
海嘯惨憺 子規も詠みたる 春かなし
kaishô santan shiki mo yomitaru haru kanashi
verschrikkelijke tsunami
Shiki schreef er ook over –
een triest voorjaar
Momoko was jurylid bij een haikuwedstrijd in Fukushima in 2010. Een maand na de ramp werd haar gevraagd of ze overlevenden van de ramp wilde aanmoedigen en begeleiden bij het schrijven van haiku. Ze aarzelde, omdat ze niet zeker was of het gepast was hierover te schrijven. Maar toen ze zag dat Shiki over de aardbeving van 15 juni 1896, met meer dan 27.000 slachtoffers, haiku’s heeft geschreven heeft ze besloten mee te werken.
Ten tijde dat Shiki de haiku’s schreef werd het festival op 5 mei gevierd. Zijn haiku’s:
五月雨は 人の涙と 思ふべし
samidare wa hito no namida to omou beshi
mei regen…
het moeten de tranen zijn
van mensen
皐月寒し 生き残りたる も 涙 にて
satsuki samushi ikinokoritaru mo namida ni te
een koude mei –
ook degenen die overleefden
vol tranen
Andere haiku’s van Momoko Kuroda:
早起きの 小綬鶏が呼ぶ 亡き人を
hayaoki no kojukei ga yobu naki hito o
het kleine haantje
roept door de ochtendmist
naar de doden
梅椿 櫻の国の 揺れやまぬ
ume tsubaki sakura no kuni no yure yamanu
dit pruimen-,
camelia- en kersenboomland
blijft maar schudden
みちのくの ひと飛花落花 飛花落花
michinoku no hito hika rakka hika rakka
mensen uit Michinoku –
bloemblaadjes vliegen vallen
vliegen vallen
Michinoku is de oude naam voor de regio dat ongeveer overeenkomt met het huidige Tohoku, waar op 11 maart 2011 de aardbeving het meest werd gevoeld.
海うそぶけば 花もなし 人もなし
umi usobukeba hana mo nashi hito mo nashi
als de zee buldert
zijn er geen bloemen
geen mensen
泉湧く とほき 慈愛 の 音たてて
izumiwaku tôki jiai no oto tatete
gutsend bronwater
van veraf het geluid
van genegenheid
Bronnen:
- Website van Asia Pacific Journal: https://apjjf.org/
- Momoko Kuroda, I wait for the moon, vertaald door Abigail Friedman. Uitgegeven door Stone Bridge Press, 2014. ISBN: 978-1-61172-016-7