Vliegenzwam – Amanita muscaria

Vliegenzwam - Amanita muscaria

 

 

Vliegenzwam - Amanita muscaria

 

 

In het boekje Eetbare en Vergiftige paddestoelen staat het volgende over de Vliegenzwam:

Vliegenzwam - Amanita muscaria

Amanita muscaria, Vliegenzwam.
Als men nu goed eenmaal goed weet, dat deze Vliegenzwam (zoo genoemd, omdat men vroeger veelvuldig stukjes ervan, met melk overgoten, tot dooding van kamervliegen gebruikte) vergiftig is en men er dus niet van moet eten, kan men zich verder gerust in de schitterende schoonheid van dit sieraad onzer bosschen verheugen.

Men verzuime dan vooral niet de ontwikkeling ervan na te gaan.

Naast een exemplaar, dat op zijn sneeuwwitten, van onderen kogelvormigen steel de gloeiende roode, bijna vlakke schijf boven het donkergroen van den mosgrond verheft, kunt gij zeker wel een half in den bodem verborgen, roomwit ei vinden. Dat is de jeugdige zwam, in haar dik wit algemeen omhulsel besloten; dit zal in het midden bersten, de helft blijft den dikken voet van den steel als beurs omhullen, de bovenhelft blijft bij brokjes op den hoed zitten, die er somtijds echter door den regen ook geheel afspoelen. Het dunvliezige bijzondere omhulsel, dat eerst de witte lamellen bedekte, is daarna ook gescheurd en heeft een ring of manchet aan het midden van den steel laten hangen. De kleur van den hoed is soms meer geel- dan gloeiend rood. Het vleesch is wit, maar onmiddellijk onder de roode huid oranjekleurig.

 

 

In het Verkade plaatjesalbum Paddenstoelen beschrijft Jac.P. Thijsse de Vliegenzwam op de volgende manier:

Vliegenzwam - Amanita muscaria

Zoowel in het dennenbosch als in het loofbosch en het meest wel in de buurt van berken vinden we de bekende en beruchte Vliegenzwam (Amanita Muscaria). De hoed is prachtig rood en versierd met witte schubben. Ook de platen aan de onderzijde van den hoed zijn wit en ze zijn van verschillende lengte. Sommige reiken van den rand van den hoed tot aan den steel. Andere komen maar halfweg en nog weer andere zijn kleiner. Dat zier er dus heel anders uit dan bij de Russula. Aan den witten steel hangt mooi gedrapeerd een witte manchet, de voet van den steel is knolvormig en van den bovenkant van den knol gaat een soort van rand omhoog, dat is de ‘beurs’. Paddenstoelen met dikken voet, beurs, manchet en witte platen moogt ge altijd Amanita noemen. Ze zijn haast allemaal vergiftig.

De Vliegenzwammen groeien altijd tropesgewijs, dikwijls in kringen en het is nog al makkelijk ze te vinden van verschillenden leeftijd. Neem er nu eens een die pas zijn rood-met-witten ronden bol boven den grond begint uit te steken. Ge ziet dat hij te voorschijn komt uit een wit omhulsel en dat in den uitgegroeiden paddenstoel de schubben op den hoed en de beurs aan den voet niet anders zijn dan brokstukken van dit omhulsel. En de manchet is een vlies, dat eerst langs den onderkant der platen reikte van hoedrand tot steel; het is van dien rand afgescheurd en aan den steel blijven hangen. Dat is allemaal heel mooi en noodigt U uit tot teekenen en fotografeeren.