Voorjaarszon
kaarsrecht ligt hij daar
iemand vouwde zijn handen
toen hij al weg was
een kringeltje rook stijgt op
van een gedoofde miskaars
kaarsen walmen na
op weg naar de uitgang
nog even omkijken
hoog, het kruisbeeld
voor de glas-in-loodramen
in de voorjaarszon
met diepe teugen zuigt hij
zijn longen vol buitenlucht
aan de overkant
een ooievaar van karton
in de voortuin
Nico van Dam (1,3,5)
Henk van der Werff (2,4,6)