Kuifeend – Aythya fuligula

Kuifeend - Aythya fuligula

 

Regelmatig ben ik te vinden langs de Eem, waar je helaas niet overal dicht bij het water kunt komen. Gelukkig komen de watervogels ook in de slootjes rondom, waar deze kuifeendjes in de luwte rondzwommen.

 

 

Kuifeend - Aythya fuligula
Links: een jong – Midden onder: mannetje – rechts: een vrouwtje.

 

 

In het Verkade plaatjesalbum Het Naardermeer staat de volgende afbeelding en tekst van de hand van Jac. P. Thijsse:

Kuifeend - Aythya fuligula

Eenden van allerlei soort drijven op ’t water: onze gewone wilde eenden, smientjes, pijlstaarten en talinkjes, die alle hun voedsel zoeken aan de oppervlakte, maar vooral ook veel zoogenaamde duikeenden, die hun voedsel ophalen van den bodem. Het meest zien we de kuifeendjes, die achter aan hun blauwzwarten kop een kort afhangend kuifje hebben, maar ook tafeleenden, toppereenden en brilduikers ontbreken niet, en van tijd tot tijd vertoont zich zelfs de zeldzame krooneend, die (in ’t zonlicht tenminste) al op een afstand gemakkelijk te herkennen is aan zijn rooden snavel.

 

 

In het eerste deel van het plaatjesalbum Hoe heet die vogel? vinden we de volgende afbeelding ne begeleidende tekst:

Kuifeend - Aythya fuligula

Volksnamen: Toppertje, Komduiker, Rouwbandje.

Prachtkleed: Mannetje, kop, hals, rug, borst en stuit zwart, aan kop afhangende kuifveertjes, buik en zijden van het lichaam wit, anaalstreek van achteren zwart. Iris geel, snavel leikleurig, aan de punt zwart, pooten grijd, vliezen zwart.
Vrouwtje kop met afhangende kuif en hals donkerbruin, rug bruingrijs, zijden en buik wit met geelachtige randen.

jeugdkleed: lijkt op oud mannetje maar valer, onderzijde vaalbruin met witte randen.

Zeldzame broedvogel. trekt in groot aantal door vanaf October. Overwintert in groote troepen op onze meren en plassen, bij vorst veel op zout water. nest tusschen zeggen en moerasplanten.

Broedtijd: Mei-Juni.
Eieren 7-13, bleek grijsgroen.
Broedduur 25-27 dagen, het vrouwtje broedt alleen. Eén broedsel per jaar.

 

 

In het kleine determineerboekje Zien is kennen staan de volgende gegevens:

Kuifeend - Aythya fuligula

Volksnamen: Komduiker, Rouwbandje, Toppertje, Jolling.

Prachtkleed: Mannetje, zie afbeelding. Onderzijde en flanken wit. Vleugels zwart, met witte spiegel. Zomerkleed ongeveer als prachtkleed, flanken en onderzijde bruin gevlekt.
Vrouwtje, zie afbeelding. Weinig opvallend kuifje. Anaalstreek en zeer kleine vlekjes bij de mondhoeken lichtgrijs.

Jeugdkleed: Ongeveer als het vrouwtje, iets valer.

Broedgegevens: Mei-Juni. 7-13 lichtgroen-bruinachtige eieren. Broedduur ± 26 dagen. H.t.l. zeldzame broedvogel, toenemend. Het broedgebied loopt van IJsland over Groot-Brittannië, vandaar oostwaarts door Risland tot in Siberië. Ook in de Balkanlanden.

Nadere bijzonderheden: Trekt vanaf October in groot aantal door. Overwintert in grooten getale op de binnenwateren, bij vorst op zee. Terugtrek tot in Mei. De zwart-wit kleurverdeeling is kenmerkend voor het mannetje, het onderscheidt zich direct van dat van de Toppereend door de zwarte rug (Toppereend grijs), en de afhangende kuifveeren. In de vlucht valt de witte spiegel op de zwarte vleugels duidelijk p. Snelle vleugelslag. Duikt dikwijls.