Krooneend – Netta rufina
Een opvallende vogel, die mij toch iedere keer dat ik hem zie weer verrast, zeker als de zon schijnt en de kleuren goed uitkomen.
In het Verkade plaatjesalbum Het Naardermeer komt de Krooneend ook voor. Jac. P. Thijsse schrijft er het volgende over bij een afbeelding van Jan van Oort:
Eenden van allerlei soort drijven op ’t water: onze gewone wilde eenden, smientjes, pijlstaarten en talinkjes, die alle hun voedsel zoeken aan de oppervlakte, maar vooral ook veel zoogenaamde duikeenden, die hun voedsel ophalen van den bodem. Het meest zien we de kuifeendjes, die achter hun blauwzwarten kop een soort afhangend kuifje hebben, maar ook tafeleenden, toppereenden en brilduikers ontbreken niet, en van tijd tot tijd vertoont zich zelfs de zeldzame krooneend, die (in ’t zonlicht tenminste) al op een afstand gemakkelijk te herkennen is aan zijn rooden snavel.
In het eerste deel van het plaatjesalbum Hoe heet die vogel? komt de Krooneend ook voor, maar zonder een afbeelding:
Prachtkleed: bij het mannetje is de kop en hals kastanjebruin, verlengde kuifveeren roodbruin, achterhals, keel, borst en buik en onderstaartdekveeren zwart, rug en schouderveeren grijsbruin, vlek voor de schouderveeren en zijden van het lichaam wit. Iris en snavel rood, pooten oranjeachtig, vliezen zwart. Het vrouwtje is geheel grijsbruin, zijden van den kop, keel en hals lichter, vleugelspiegel grijswit. Het mannetje in zomerkleed lijkt op een out vrouwtje, maar kop meer kastanjebruin en vleugels helderder.
Jeugdkleed: lijkt op een oud vrouwtje, snavel donkerbruin, pooten geelachtig, vliezen donker.
Wordt zoo nu en dan op den trek waargenomen, werd een enkele maal in Mei gezien. Broedt wellicht in enkele paren hier te lande.
In het determineerboekje Zien is kennen! komt de Krooneend voor met afbeelding:
Volksnamen: Readkop
Prachtkleed: mannetje, zie afbeelding. Borst en onderzijde zwart, ook de onderstaartdekveeren. Spiegel en vleugelstreep wit. Zomerkleed ongeveer als vrouwtje. Vrouwtje, zie afbeelding. Spiegel en vleugelstreep als bij het mannetje.
Jeugdkleed: Ongeveer als het vrouwtje.
Broedgegevens: Misschien h.t.l. broedvogel. Broedt in de landen om de Middellandsche Zee (zelden noordelijker, o.a. tot in Duitschland) en op dezelfde hoogte in West-Aziƫ.
Nadere bijzonderheden: Vrij zeldzaam bij ons voorkomende vogel op de najaarstrek vanaf Juli tot in de winter, in het voorjaar van Februari tot in Maart, soms later. Ongeveer zoo groot als een Wilde Eend. Lijkt, oppervlakkig beschouwd, op de Tafeleend, is echter veel grooter en heeft een anders gevormde (naar voren toe puntige) snavel. Het mannetje in prachtkleed heeft bovendien een vrij hoog opstaande kuif en een zwarte onderzijde. Het vrouwtje heeft zeer lichte kopzijden (bij dat van de Tafeleend altijd donkerder). kenmerken van het vliegbeeld (in elk kleed) zijn de witte vleugelstreep en de witte vlek aan de vleugelboeg bij de romp.