Bont Schaapje – Acronicta aceris
De vlinder is onder meerdere namen bekend, namelijk:
- Bont schaapje
- Esdoornuil
En ook bij de wetenschappelijke namen heb ik er een aantal gevonden, te weten:
- Acronicta aceris
- Acronycta aceris
- Apatele aceris
In het boekje Vlinderwereld wordt het Bont Schaapje op de volgende manier omschreven:
Wie deze rups niet kent, zal in onze afbeelding, die wel een stralende oranjezon gelijkt, niet licht zien wat er in gezien moet worden. Doch wie het dier wel heeft ontmoet, alleen mogelijk in den nazomer, in Augustus en September, en dan vooral op paardekastanje en op eschdoorn (Acer), zal spoedig zien, dat de met prachtig oranjekleurige haarpluimen versierde rups, die op haar rug zulke sneeuwwitte, fijn zwart gerande ruitvormige vlekken draagt, hier in haar geliefde in elkaar gerolde houding is voorgesteld, zich aan het uiteinde van een steeltje vasthoudend. Ontrolt zij zich, om na haar siesta voort te kruipen en als het Bonte Schaapje niet in de wei, maar langs den rand van boombladeren te grazen, dan valt het nog meer in het oog, dat het een der mooiste onder de nog al ruim met uiterlijk schoon bedeelde Acronycta-rupsen is.
Deze Acronycta aceris behoort met A. rumicis en de nog algemeenere A. megacephala tot de groep van Acronycta’s, die op de voorvleugels n i e t de eigenaardige kortere of langere, rechte, soms afgebroken donkere streep bezitten, die uit den wortel ontspringend in de lengte door een deel van de vleugels loopt en zoo vele andere soorten van dit geslacht kenmerkt. Wil men een voorbeeld van Acronyta’s, die dit kenmerk bezitten, dan neme men A. tridens, die daarvan de mest algemeende hier te lande is. Maar onze A. aceris vormt toch reeds een overgang tot die groep, want somtijds kan men, en ook op onze teekening is dat het geval, een begin van een dergelijke rechte uit den wortel ontspringende zwarte lijn bij deze soort herkennen.
Overigens is de vlinder van het B o n t e S c h a a p j e wat helderder van teekening dan de genoemde verwante soorten en zij lijkt ook daarin meer op A. tridens. De ronde vlek en de niervlek zijn van de uilenteekening duidelijk te zien, vooral de laatste, en de sprieten zijn wat dikker dan bij de anderen.
Wie zich het genot wil verschaffen de mooie, levendige, vlugge rupsen op te kweeken, moet ze tegen September bij hun bladeren een paar stukken schors van den wilden kastanje of den ahorn geven. Daar tusschen maken ze dan van spinsel en schorsknaagsel een stevig omhulsel, waarin de roodbruine pop den winter ongestoord kan doorkomen.
In het plaatjesalbum Van rupsen en vlinders wordt het Bont Schaapje – waar hij Eschdooruil wordt genoemd – besproken:
Acronicta aceris. De ESCHDOORNUIL, heeft blauwgrijze voorvleugels, met gegolfde franje en witte achtervleugels. Deze 4 – 4,5 cm grote vlinder vliegt in Mei en juni algemeen.
De rups, die vooral op Wilde Kastanje en Eschdoorn leeft is lang geel behaard met op de rug grote vierkante zwart omzoomde vlekken. De roodbruine pop zit in een hard spinsel.
Met deze vlinder zijn we gekomen aan de familie der Noctuidae of Uilen. De voornaamste kenmerken dezer familie zijn, het dikke achterlijf, de lange borstelvormige sprieten en de tekening der voorvleugels. Vooral deze laatste is kenmerkend. We onderscheiden deze “Uilentekening”in een niervlek, een ronde vlek en een tapvlek. Verder enige lijnen die verdeeld worden in twee gehele en een halve dwarslijn, de schaduwlijn en de golflijn. Ook scherp toelopende pijlvlekken komen veel voor.
Over het algemeen zjn de achtervleugels lichtgrijs getint.
De uilen vliegen meest ’s avonds en ’s nachts, slechts zelden overdag.