Offermans – Een iets beschuttere plek misschien
Ieder jaar vraagt uitgeverij de Arbeiderspers een schrijver om een dagboek of journaal bij te houden als onderdeel van de serie Privé-domein. Cyrille Offermans heeft het jaar 2017 voor zijn rekening genomen.
De schrijver mag zelf bepalen hoe dat deel er uit gaat zien, wordt het een journaal, een dagboek of, zoals in het geval van Ilja Leonard Pfeijffer, brieven.
In dit deel over 2017 vinden we artikelen, herinneringen, (veel) boekrecensies, bezoeken aan tentoonstellingen, Trump, enzovoort.Iedereen kan beoordelen of iets mooi of niet mooi is. Cyrille Offermans gaat verder dan dat. Elk onderwerp wordt uitgediept of beargumenteerd. Of het nou een boekbespreking of de oorlog in Syrië is – altijd wordt er achtergrondinformatie verstrekt. Mocht je van mening met hem verschillen, dan zul je in ieder geval met andere feiten op de proppen moeten komen die het weerleggen. Dat dit ooit zijn grote wens was is wat mij betreft goed gelukt:
ik wilde naast mijn leraarschap schrijver worden, denkend schrijver, literair essayist…
Veel boeken worden besproken. Dit zijn niet de boeken die grote stapels bij een boekhandel liggen, maar bijna altijd minder voor de hand liggende schrijvers. Dankzij deze besprekingen ga ik een aantal titels opnieuw lezen of aanschaffen.
Door het vele recenseren gedurende een heel leven in diverse bladen, beschikt hij over een grote collectie boeken. Af en toe denkt hij er even over na om er een paar weg te doen, net als ikzelf, maar steeds weer is dit moeilijker dan het voornemen zelf, want:Nee, een huis zonder boeken is een onleefbaar huis. In al die boeken heb ik geleefd, ze hebben mijn gevoel voor de hopeloze onvolmaaktheid van het leven evenzeer gevoed als mijn dromen, ze zijn de tastbare getuigen van alle lyriek en denkkracht die me hebben voorzien van een bijna ononderbroken stroom van revitaliserende injecties, van mentale weerbaarheid en kritische zin.
De titel van het boek verwijst naar een gedicht van Hans Tentije getiteld “voor wat het is”. Op de laatste bladzijde legt hij uit waarom deze regel de titel van het boek is geworden, hij hoopt dat alle huidige en toekomstige vluchtelingen in de toekomst hopelijk niet meer op zoek hoeven naar “een iets beschuttere plek”.
Meer informatie over het boek: Cyrille Offermans – Een iets beschuttere plek misschien
One hundred aspects of the moon
aar aanleiding van het boek “Het snoer der ontferming” van Louis Couperus, waar een paar verhalen mede zijn gebaseerd op prenten van de schilder Yoshitoshi heb ik dit boek met veel plezier weer eens uit de kast gehaald.
Yoshitoshi heeft tussen 1885 en 1892 honderd prenten gemaakt met afbeeldingen van dichters, toneelspelers, gedichten, bekenden uit de geschiedenis en geesten. De rode draad bij de prenten is dat alle figuren zijn afgebeeld met een maan of het licht van de maan op de afbeelding.
Normaal zie je afbeeldingen van bekende figuren op het hoogtepunt van hun roem. In deze serie is dat niet zo. Hier zie je een generaal op de avond voor de grote veldslag starend naar de maan of een beroemd dichter die in slaap is gevallen in het maanlicht.
Bij alle prenten staat een duidelijke uitleg waar de afbeelding over gaat en het belang van de afgebeelde persoon met betrekking tot de geschiedenis, toneelstuk of religie.
Een paar prenten:
Basho (1644-1694)
Als meest bekende haikudichter is hij ook in Nederland geen onbekende. Hij is hier afgebeeld, pratend met twee boeren terwijl hij op reis is naar het hoge noorden. Deze reis is te lezen in zijn boek hierover wat een klassieker is in de Japanse literatuur.Ono no Komachi (ca.825-ca.900)
Deze dichteres was ooit een mooie, goed geklede dichteres aan het keizerlijk hof, van wie het verhaal gaat dat ze regen op kon wekken met een gedicht na een lange periode van droogte. Op de afbeelding staat ze afgebeeld als een armoedige, oude vrouw terwijl ze haar leven overdenkt.Chiyo-ni (1703-1775)
Chiyo-ni is – net als Basho – een haikudichteres. Ze staat afgebeeld in een van haar meest bekende haiku’s, wanneer ze water wil halen als blijkt dat haar emmer is overgroeid met bloemen en ze de emmer van haar buurvrouw leent.Murasaki Shikibu (978-1014)
Zij was de schrijfster van “het verhaal van Genji”, wat ook wel bekend staat als het eerste verhaal wat ooit op schrift is gezet. Het verhaal gaat over de lotgevallen van prins Genji, waarin de gebruiken en omgang in die tijd aan het Japanse hof mooi wordt beschreven.Om de afbeeldingen te zien, klik op de naam. Voor alle prenten van Yoshitoshi in deze serie, klik hier.
Japan heeft een veel langere geschiedenis en traditie dan wij in Nederland, maar wat zou het leuk zijn als er ook zo’n boek over de Nederlandse geschiedenis zou bestaan. De rode draad zou in ons geval niet de maan moeten zijn, maar met het water moet het ons ook lukken.
Meer informatie over het boek: John Stevenson – Yosihitoshi’s One hundred aspects of the moon
Couperus – Het snoer der ontferming
In mei 1921 wordt aan Louis Couperus gevraagd om een reis door Azië te maken en hiervan wekelijks verslag te doen in de Haagsche Post. Een van de landen die hierbij wordt aangedaan is Japan.
Aangezien Couperus niet bekend is met dit land leest hij er boeken over en verdiept zich in de legenden, kunst en gewoontes van het land.Na eerst Java en China aangedaan te hebben komt hij samen met zijn vrouw in maart 1922 in Japan aan. Hij blijkt een slechte periode getroffen te hebben met slecht weer. Ook wordt Couperus ziek en kan daardoor minder van het land zien dan hij had gehoopt. Ondanks zijn ziekte heeft hij wekelijks zijn stukken naar de Haagsche Post gestuurd die ook werden geplaatst.
Het stelt hem ook teleur dat het land in sneltreinvaart aan het moderniseren is. Hij dacht het land aan te treffen waarover hij voor zijn reis over had gelezen, maar niet meer bestaat.
Pas in juli 1922 kan hij zijn reis weer vervolgen en wordt afgesloten in augustus 1922.Vanaf januari 1923 begon hij aan de literaire verwerking van zijn reis door Japan. Hij herschreef bestaande legenden en toneelstukken met wat hij zelf had gezien, aangevuld met delen uit de boeken die hij vooraf aan zijn reis had gelezen en prenten van Japanse kunstenaars. De verhalen die hij toen heeft geschreven zijn opgenomen in dit boek, compleet met de afbeeldingen en teksten uit bronnen die zijn gebruikt.
Een prachtig en compleet boek en verplichte kost voor iedereen die is geïnteresseerd in Japan en Japanse cultuur.
Meer informatie over het boek: Louis Couperus – Het snoer der ontferming
Thoreau – Wandelen
Deze voordracht, die Henry David Thoreau op 23 april 1851 voor het eerst in Concord houdt, wordt na zijn dood op 6 mei 1862 voor het eerst gepubliceerd in het The Atlantic Monthly in bijgewerkte vorm nadat de tekst op meerdere spreekbeurten is voorgedragen.
Wandelen gaat over twee onderwerpen die Thoreau na aan het hart liggen, wildheid en wandelen.
Met wildheid bedoelt hij het behoud van de natuur, maar ook het behoud van oerinstincten. Het verbaast hem dat mensen hele dagen kunnen werken in moeilijke omstandigheden, naar bed gaan om de volgende dag weer aan het werk te gaan, zonder de behoefte aan frisse lucht. Er volgen voorbeelden van dieren die nog altijd sporen van hun oerinstinct hebben behouden, terwijl de mens dit volledig kwijt is. Hij verafschuwt dan ook het gebruik om tuinen en erven af te rasteren waardoor het rondstruinen door de natuur aan banden wordt gelegd.
[…]de dag dat het aantal hekken toeneemt, dat er toegangspoorten of andere ingenieuze manieren worden bedacht om mensen tot de openbare weg te dwingen, en dat wandelen over Gods land eigenlijk betekent dat je de grond betreedt van een of andere landeigenaar.
Met wandelen bedoelt hij het echte wandelen of kuieren. Niet het voortbewegen van punt A naar B of het volgen van wandelpaden die al vastliggen, maar het echte lopen door de wilde natuur met het risico op verdwalen.
Als je in staat bent om afscheid te nemen van je vader en je moeder, van je broer en je zus, van je vrouw en je kind en je vrienden, wetende dat je ze nooit zult terugzien, als je je schulden hebt betaald, je testament opgemaakt en al je zaken geregeld, en je een vrij man bent – dan ben je klaar voor een wandeling.
Hij gebruikt de term wandelen ook om in je gedachten te kunnen verdwalen – waar je zijpaden in kunt slaan die je niet kent. Dat hier wildheid bij nodig is om niet in ingesleten denkpatronen terecht te komen ziet hij als een pré.
Meer informatie over het boek: Henry David Thoreau – Wandelen