Eindelijk
Het begin van haar leven was een valse start. Als klein meisje belandt ze met haar moeder in een Jappenkamp. Ze ziet de vernederingen die haar moeder moet ondergaan, meestal gebeurt dit tijdens een appél, soms omdat zij – haar kleine dochtertje – iets verkeerd gedaan zou hebben.
Eenmaal terug in het veilige Nederland wordt ze verkracht door een familielid waar zij en haar moeder tijdelijk wonen tot ze een eigen huis krijgen. Later loopt haar huwelijk op de klippen en uiteindelijk doet ze een poging er een einde aan te maken, die mislukt.
Ik ken haar van bijeenkomsten van een vereniging waar wij beiden lid van zijn en zoek haar een keer op met een bos bloemen als ze ziek is. Op tafel ligt het verhaal van Parzival en we raken hierover in gesprek. Meer gesprekken volgen, luchtige onderwerpen, maar ook gesprekken waarbij onze levens centraal staan.
Wanneer ze later ongeneeslijk ziek wordt krijg ik van haar een beeldje van een kraanvogel en één van een schildpad die ze van een Japanner krijgt tijdens een georganiseerde reis naar Japan voor kampslachtoffers. Ik krijg ze op één voorwaarde; ik moet ze – als het mijn tijd wordt – doorgeven aan iemand anders die er dan behoefte aan heeft.
Als ze met haar dochter naar het hospice rijdt verzucht ze: ‘eindelijk mag ik dood’.
de boom vol knoppen
doodstil wacht zij op leven
doorstaat de tijd (MK)
Lees hier de reactie van Simon Buschman.