Irene Vallejo – Papyrus
In dit boek gaat het over het geschreven woord voor de boekdrukkunst was uitgevonden.
Het begint met de veroveringen van Alexander de Grote en hoe na diens overlijden Prolemaeus, zijn wapenbroeder en vriend in Egypte aankomt en daar de stad Alexandrië sticht. Hij besluit hier een bibliotheek te bouwen waar alle beschikbare titels uit die tijd moeten samenkomen. De boeken uit die tijd zijn geschreven op papyrus. De boeken zoals wij die kennen bestonden in die tijd uit meerdere – fragiele – rollen.
Van hieruit gaat Papyrus over de opkomst en neergang van deze bibliotheek. Wat deze bibliotheek heeft betekend voor de wereld, hoe ze gemakkelijk weer terug gevonden kunnen worden. Het boek gaat ook over het alfabet – de eerste pogingen en de definitieve versie. Hoe mensen zich dit hebben eigen gemaakt. Er is te lezen hoe mondelinge verhalen zijn vastgelegd door schrijvers als Homerus. Het gaat over de eerste verzamelaars, het kopiëren als professie, boekhandelaren.
Daarna over de Romeinse periode, waarin slaven geletterd waren en hun meesters niet. De opkomst van de Romeinse schrijvers en bibliotheken.
Tussen de verhalen door wordt er voortdurend een link gelegd naar onze tijd met betrekking tot bijvoorbeeld het verbieden van boeken. Hoe er toch altijd weer mensen zijn die het aandurven om deze boeken te bewaren of te drukken.
Wat mij betreft een verplicht boek voor iedereen die is geïnteresseerd in ‘boeken over boeken’. En voor iedereen die meer wil weten over het ontstaan van boeken, bibliotheken, het alfabet. En verder veel weetjes, tips voor andere boeken, enz. enz.
Meer informatie over het boek: Irene Vallejo – Papyrus