Talmudstudie door A.S. Weinberg (ca.1920)Het boek “Photographieën & Dynastieën – beroepsfotografie in Groningen 1842-1940” heb ik ooit aangeschaft omdat er ook een paar regels over mijn overgrootvader Joannes van der Werff in staan. Hij is een aantal jaren (1898-1906) portretfotograaf geweest in de stad Groningen. Dankzij hem zijn er veel foto’s beschikbaar van mijn voorouders uit die periode.
In dit boek zijn er verschillende categorieën, waaronder portretfotografie. Er staan mooie foto’s bij, waaronder van A.S. Weinberg, de maken van de foto’s bij dit stukje.
Op de foto rechtsboven zijn voorganger Rosenblatt en meester Stern te zien. Oorspronkelijk stond rabbijn Soes van Hasselt ook op de foto, maar om de expressiviteit te verhogen heeft Weinberg hem laten vervallen.
Portret van een oude vrouw door A.S.Weinberg. (ca.1915)Zoals ook op de foto hier links is te zien lijkt de fotografie uit die tijd nog erg op de schilderkunst en staat mijlenver af van de portretfoto’s die tegenwoordig worden gemaakt met een mobieltje. Veel schilders waren dan ook overgestapt van het schilderen naar de fotografie. Zo ook mijn overgrootvader, al bleef schilderen – net als fotograferen – een hobby van hem. Zo weet ik dat hij in de oorlog een schilderij aan iemand heeft gegeven als huwelijkcadeau omdat er geen geld was voor wat anders.
Niet alle foto’s uit dit boek zijn zo mooi als deze twee voorbeelden. En er staan helaas ook geen foto’s in van Joannes, maar ondanks dat is het een prachtig overzicht van de fotografie uit die tijd.
Als een van de samenstellers van de bundel “Om niets om alles“, uitgegeven door de HKN wist ik dat dit moment zou komen: dat ik haiku’s zou vinden waarvan ik nu denk dat ze thuishoren in deze bundel. Het gaat om:
gevallen kastanje –
wat afgestreken lucifers
brengen hem op de been
Reineke Gevers
nieuwe agenda:
aan de eerste dagen kleeft
wat poedersuiker
Reineke Gevers
Beiden roepen iets op wat herkenbaar is: herfstdagen thuis, waarbij je na een bezoek aan het bos aan de slag ging met de gevonden kastanjes. Ook de agenda is herkenbaar, hij ligt al klaar in het begin van het jaar en, terwijl je de laatste oliebol eet, schrijf je vast de afspraken op die al in de oude agenda gemaakt zijn voor dit jaar.
Ik hoop dat de samensteller voor de volgende bloemlezing deze niet over het hoofd ziet.
Gisteren 17 april was het internationale haikudag. Op die dag is de bundel Om Niets Om Alles gepresenteerd, een keuze uit 40 jaar Nederlandse haiku en tanka.
Veertig jaar geleden heeft J.van Tooren de haiku in Nederland op de kaart gezet met haar bundel Haiku – een jonge maan. In deze bundel was alleen werk van Japanse dichters opgenomen. Inmiddels is de Haiku Kring Nederland zover dat we het aandurven om een bundel te presenteren met alleen werk van Nederlandse dichters.
Voor geïnteresseerden – de bundel is te bestellen via haiku.nl. Voor wie dit niet genoeg is bestaat ook de mogelijkheid om een kwartetspel te kopen waar werk van zowel Japanse als Nederlandse dichters in zijn opgenomen.
Hieronder een paar haiku’s uit de bundel:
omzichtig pakt hij
de foto op – en even
wordt zijn gezicht weer jong
Adri van den Berg
de kerstboom –
elk jaar weer wat hoger
haar papieren engel
Bouwe Brouwer
wanneer ik niet kijk
groeit hij langs de draad omhoog
de bruidssluier
Wim Lofvers
vakantiedrukte,
een meisje op het perron
oefent danspasjes
wakker geworden
stil naar vogels luisteren
domweg gelukkig
Jac Vroemen had er plezier in om via twitter zijn haiku te publiceren. Hij noemde zich de Haikuman en communiceerde zo met anderen over haiku.
Hij werkte op twitter aan zijn oude en nieuwe haiku en zocht naar unieke mogelijkheden van haikutweets.
een geur van velpon
voor de gebroken vleugels
van de kerstengel
Hierdoor ontstond een soort haiku werk- en dagboek. Van sommige haiku is goed te lezen waar het idee is begonnen en de uiteindelijk versie daarvan.
Haiku bleven verschijnen totdat dit door zijn ziekte niet meer ging.
uitslag van de scan
zeilend op open water
de bodem voelen
Dorine Haveman en ik hebben uit Jacs twitterbestand 74 haiku gekozen en in dit boekje opgenomen.
Iedereen kent dat gevoel wel, de vakantie is voorbij en de koffers staan in de auto. Tijd om naar huis te gaan.
Maar deze plek beviel wel. Toen je er kwam moest het nog ontdekt worden, maar inmiddels weet je de weg en de geluiden zijn vertrouwd. Alles op je gemak, want tijd was er genoeg.
En nu, op het moment dat je weg moet gooi je nog een laatste kiezelsteen naar de zee. De laatste van vele – als afscheid. Of misschien nog een…
Ik vermoed dat er niet veel mensen zijn die kijken of een strand mooi is. Wanneer we erheen gaan als de zon schijnt zoeken we een rustig plekje. Of in de winter hopen we dat we een lekkere wandeling kunnen maken – wind geen bezwaar.
Meestal zien we ook de nieuwe ontwikkelingen in de vorm van windmolens of schoorstenen ergens staan.
Ondanks dat werkt de natuur voortdurend aan de vormgeving van een strand. De wind blaast het zand over het strand naar een andere plek, het water vormt het weer op een andere manier, laat materiaal achter zoals schelpen en andere zaken die de zee bevat.
De natuur kijkt niet of iets mooi is, wij wel – als we er tenminste aan denken. De maker van de haiku heeft het wel gezien. Sterker nog, het ziet er precies zo uit als hij het zelf had gemaakt. Dat het de natuur niet uitmaakt wat er wordt gebruikt en welke combinaties er benut zijn blijkt ook uit een andere haiku:
low tide –
stones that have dried
among those that haven’t
huisje in het bos –
meteen buiten de ramen
begint de natuur
Ida Gorter
Deze haiku is heel herkenbaar. De vraag is alleen hoe het komt dat het zo ervaren wordt. Als je de tuin instapt ben je eigenlijk ook in de natuur. Is het omdat er een hek omheen staat? Of omdat een tuin meer geordend is?
Dieren hebben hier minder problemen mee, voor vogels bestaan er geen hekken behalve om op te gaan zitten. Voor insecten blijft een bloem een bloem, ongeacht of ze in een border staan of niet.
Wellicht ervaren we het ook zo omdat we in het huisje in het bos de dagelijkse beslommeringen thuislaten. We krijgen meer tijd om rustig te kijken, bijvoorbeeld naar kevers:
de bezigheden
van de zwarte mestkevers
zijn in volle gang
Ida Gorter
We hebben geen idee waar ze mee bezig zijn en waarom dit nodig is. We hebben wel de tijd om er rustig naar te kijken in een poging het te doorgronden.
Composed of gravel,
autumn leaves, and shifting shadows:
the bank of this stream
James Hackett
In een haiku is het de bedoeling dat de dichter op de achtergrond blijft en alleen in woorden iets aanreikt, waarmee de lezer de haiku met zijn eigen ervaringen kan inkleuren.
Dat is precies wat er in deze haiku gebeurt. De dichter geeft ons wat kiezelstenen, herfstbladeren en schaduw. Iedere lezer zal er zijn eigen beeld bij hebben; een hoekje in het bos in de buurt, of misschien van een vakantie.
Toch is het niet eenvoudig om zo’n haiku te maken. Regelmatig passeren we mooie stukjes natuur, maar hoeveel mensen kunnen beschrijven wat ze hebben gezien?
De dichter van deze haiku – James Hackett – heeft er waarschijnlijk een tijdje gezeten voor hij echt zag uit welke ingrediënten het bestaat. En dit rustige observeren – een goede eigenschap voor een haikudichter – spreekt ook uit de rust in deze haiku.
zonneschijn verlicht
haar handjes op de ruiten
haar afwezigheid
Nico van Dam
Als ik voor het raam te kijken, peins ik er niet over om met mijn handen aan het raam te komen. ook omdat ik weet dat er dan iemand aan de slag moet om het weer schoon te maken.
Hoe anders is dat bij kinderen. Ze hebben iets gezien en willen dit bekijken, ontdekken. En dat doen ze dan ook voluit – zonder aan eventuele consequenties te denken.
En dan komt het vreemde, er volgt geen reprimande. Sterker nog, ze wordt gemist. Ze had gerust nog meer afdrukken op de ruit mogen maken.
Dankzij deze haiku zal de dichter altijd aan dit moment kunnen terugdenken, ook al is zijn kleindochter volwassen en misschien zelf moeder.
Een prachtige haiku!
how lucky –
just outside my window
a flock of finges
Mike Duffy
Vinken zijn mooie vogels. Ze zijn alleen wat schuwer dan de mussen of mezen. Bij ons in de tuin blijven ze op gepaste afstand van het huis en komen zelden of nooit op de voederplank. Liever scharrelen ze wat rond in het gras of het plaatsje achter in de tuin.
Ze zijn vaak ook eerder weg dan de andere vogels als er onraad dreigt. Als je ze een keer vlak voor je raam ziet lopen is dat een buitenkans om ze eens rustig te bekijken.
Daar wordt ik nou gelukkig van – een groepje vinken op het terras en een haiku die dat weet te vangen.