• Haibun

    Tuincentrum

    Het is warm vandaag, de aandacht van het Chinese meisje dat een paar dagen training van me krijgt verslapt en ik besluit haar mee te nemen naar het tuincentrum aan de overkant om er een ijsje te kopen.

    Binnen, in het tuincentrum, loopt ze ineens weg. Even later vind ik haar terug tussen alle kamerplanten die er staan uitgestald. Ze is onder de indruk van al het groen en als ik haar zeg dat dit alleen de binnenplanten zijn en dat er buiten nog veel meer is te vinden rent ze direct die kant uit. Als ik ook buiten kom zie ik haar alle bloemen bekijken en ruiken, geen enkele bloem of plant wordt overgeslagen. Alles wil ze weten over de planten.

    Na een tijdje besluit ik dat het tijd wordt om weer te beginnen met de training, we kopen het beloofde ijsje en lopen terug. Ze verteld dat in Shanghai, waar ze woont, het beter is om niet naar buiten te gaan in de pauze vanwege de files in de straat en de stank en smog van de auto’s. Ze denkt dat wij in Nederland toch wel de gelukkigste mensen ter wereld moeten zijn waar je zoveel bloemen kunt kopen als je wilt.

    tuincentrum
    op de foto van een bloem
    landt een vlinder

  • Haiku

     
     
     

    vroege lentezon
    het weiland is een schuilplaats
    voor grijze wolken

     
     
     

  • Haiku

     
     
     

    voorjaarskriebels
    in ons grasveld bouwt een mol
    zijn luchtkastelen

     
     
     

  • Haiku

     
     
     

    ze neuriet zachtjes
    als ze de bloesemblaadjes
    bij elkaar veegt

     
     
     

  • Haiku

     
     
     

    diep beneden
    het water
    de bergen

     
     
     

  • Haibun

    d’Olle Grieze

    Letter Onze jongens wilden graag een keer mijn geboorteplaats zien en daarom lopen we nu op de Grote Markt in Groningen. Na wat winkels bekeken te hebben willen ze eigenlijk ook wel d’Olle Grieze beklimmen, buiten Groningen ook wel bekend als de Martinitoren. Ik waarschuw ze nog dat het flink klimmen is in de 97 meter hoge toren, maar dat weerhoudt ze niet. Ikzelf ben ook nog nooit naar boven geweest, dus beklimmen we even later de driehonderdelf uitgesleten traptreden.

    Halverwege begint de jongste te zuchten. Het zijn ook wel hoge treden voor zijn korte jongensbeentjes. Hij dacht aan de buitenkant dat het makkelijker zou zijn. De oudste, die er zelf ook moeite mee heeft, zegt met enige spijt in zijn stem: we moeten wel doorgaan, we hebben het zelf gewild”.

    d’Olle Grieze
    ik wijs over daken heen
    mijn geboortehuis aan